Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word komen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Dat komt dan op € 108,16.
🔗 Maar stil, wie komt daar?
(klaarkomen)
🔗 „Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut.
🔗 En daar kwam de klap.
🔗 De wind kwam uit het westen.
aan komen lopen
(beginnen met; nader treden; toetreden; komen aanlopen)
; ;
aan zijn trekken komen
come into one’s own
ricevi sian parton
(bevallen)
be in labour
;
🔗 Zijn vrouw kwam ieder jaar in de kraam, maar de kinderen die zij ter wereld bracht, stierven zonder uitzondering.
(dichtbij komen; naderen);
come closer
apudiĝi
🔗 De mannen kwamen naderbij.
(nabijkomen; nader treden); ;
come close
;
come closer
;
come on
🔗 Mochten ze naderbij komen, dan zou hij proberen er een te doden.
(afhalen; komen halen; ophalen);
pick up
;
take up
🔗 We zullen je later weer op komen halen.
ekstari
🔗 De baronnen kwamen enigszins onzeker overeind en keken om zich heen.
te boven komen
(doorwórstelen)
;
surpass
; ; ; ;
outclass
;
outscore
;
outshine
;
get the best of
;
get the better of
; ;
(opdagen; uitkomen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen);
🔗 Als ze ons zagen, zouden ze wel te voorschijn komen.
te voorschijn komen
(arriveren; belanden)
🔗 Hoe laat kwamen jullie daar aan?
(zwaarder worden);
put on weight
plipeziĝi
(aanraken; toucheren)
get ready
pretiĝi
(genieten; krijgen; ontvangen);
🔗 De kereltjes wendden heer Ollie de rug toe en haastten zich naar de magiër om verdere inlichtingen te bekomen.
(herstellen)
🔗 Hier kunt u bekomen van uw ongeluk.
(krijgen)
🔗 In Tustvold bekomt u alleen datgene waar u voor betaalt.
;
🔗 De dienstbode kwam binnen.
;
eliĝi
🔗 Het was een waarschuwing als er een telegram doorkwam.
;
;
go through
(opbrengst)
income
🔗 Jij zult het inkomen van zijn klooster wel kennen.
;
🔗 Wat is het doel van uw komst?
(aanwippen)
drop in
viziteti
malrigidiĝi
come along
🔗 Wie mag er dan met Jan meekomen?
(nader treden);
come close
🔗 Het einde van alle dingen is nabijgekomen.
arrive afterwards
;
come afterwards
;
come later
;
veni poste
🔗 Wij kwamen langzaam na, zo vlug ons werk het toeliet.
(naleven; vervullen; zich houden aan); ;
🔗 Hij is het contract nagekomen.
newcomer
🔗 Zij schonken geen aandacht aan de nieuwkomers.
🔗 Terwijl die gedachte bij hem opkwam, voelde zijn hand een serie lichte schokken in de stam.
(ontstaan)
🔗 Deze laatste vraag deed een akelig vermoeden in hem opkomen.
(afspreken)
🔗 Door een ongelooflijk toeval kwam het signalement van deze personen overeen met het uwe, hoewel bepaalde afwijkingen mij in staat stelden naar waarheid te verklaren dat er in Zsafathra geen dergelijke personen gezien waren.
;
surpass
; ; ; ;
outclass
;
outscore
;
outshine
;
get the best of
;
get the better of
; ;
;
betide
🔗 Dat overkwam alle magiërs.
; ; ;
(rondzien)
🔗 Ik kijk deze kamer rond.
(bijeenkomen; vergaderen)
assemble
; ; ;
convene
🔗 Maar laat ik u eerst vertellen waarom wij hier samengekomen zijn.
(samenlopen)
converge
(samenscholen)
assemble
(ontmoeten); ;
come across
🔗 Nou, ik ben niet bang hem tegen te komen!
(aanlanden; belanden)
end up
🔗 Waar was ze terechtgekomen?
be worthy of
;
deserve
; ;
earn
🔗 De helft van het geld komt mij toe.
(opdagen; te voorschijn komen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen);
🔗 Als de zon boven die den uitkomt, moet je drie anderen wakker maken.
(bewaarheid worden)
come true
efektiĝi
(ontluiken)
elburĝoniĝi
become acquainted
(conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; voegen)
(afsteken)
stand out
reliefiĝi
(uitpakken); ;
(bewaarheid worden)
come true
veriĝi
be published
(aanblik; aanzien; air; aspect; uiterlijk; verschijning); ; ;
countenance
;
guise
;
🔗 Toen Nestor dichterbij kwam, begonnen hem details in het voorkomen van de ander op te vallen.
(zich bevinden)
be found
🔗 Jij zou natuurlijk ook in mijn boeken voorkomen.
(zich voordoen)
prezentiĝi
🔗 Je herinnert je toch wel de zaak die op 3 maart van het vorige jaar voorkwam?
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich voordoen; zich toedragen); ;
🔗 Dat is nog nooit voorgekomen.
(eruitzien; ogen; zien);
🔗 Het komt me voor dat het pand instort.
(verhoeden);
forestall
;
obviate
🔗 Misschien had hij daardoor veel narigheid kunnen voorkomen.
(resulteren; volgen; voortspruiten; voortvloeien)
(afstammen; ontspruiten); ; ;
deveni
(ontspringen);
🔗 Weldra had zelfs Boromir moeite om vooruit te komen.
(bloeien; floreren; gedijen; tieren)
thrive
(terugkeren; terugkomen; wederkeren; weeromkomen; weerkeren);
(terugkeren; terugkomen; wederkeren; wederkomen; weerkeren);
🔗 Hij kwam niet weerom.
(ontkomen)
🔗 Er is een andere manier om hier weg te komen, ook al zal die je waarschijnlijk niet aanstaan.

DutchEnglish
komen amount; call; call for; come; come along; get
Komen Comine
aan zijn trekken komen come into one’s own
achter iets komen find something out
afwachten wat er komen gaat await developments; await further developments
als er ooit iets van komt if it ever comes to anything
als ik zou komen te overlijden if I should die; if I should come to die
daarbij komt nog dat … added to this …
dat komt van het that comes of
dat moest er nog bij komen! that would be the last straw!
eerlijk aan iets komen come by something honestly
erachter komen find out about it; get the hang of it; make out; discover; detect; find out
eraf komen met land up with
ergens in kunnen komen understand something
er komt regen we are going to have rain
er kwam maar geen … no … was forthcoming
er moge van komen wat wil come what may
er niet op aan komen be unimportant
er niet op kunnen komen not be able to think of it; not be able to remember it; not be able to recall it
er niet toe kunnen komen not be able to bring oneself to do it
eroverheen komen live it down
eruit komen work it out
er zal niets van komen nothing will come of it
het komt op … it comes to …; it works out at …
hij kwam naast mij te zitten he happened to have his seat next to mine
hij kwam naast mij zitten he sat down by my side
hij zal er wel komen he is sure to get there; he is sure to succeed
hoe bent u daartoe gekomen? how did you come to do it?
hoe duur komt ons dat te staan? what does it cost us?
hoe is het gekomen? how has it come about?
hoe kom ik aan het geld? how am I to come by the money?; how am I to get the money?; how am I to raise the money?
hoe kom ik daar? how do I get there?
hoe kom je daaraan? how have you come by it?; how did you find out?; how did you get knowledge of it?
hoe kom je erbij? how on earth did you come up with that?; what makes you think so?
hoe komt het dat …? whence comes it that …?
iemand liever zien gaan dan komen like somebody’s room better than his company
ik kom dadelijk bij u I’ll join you directly
ik kom er niet uit I can’t make it out
komen door get through
komen op come to; hit; stand at; strike; think of; amount to
kom er niet aan! don’t touch it!
kun jij eruit komen? what do you make of it?
moeten komen kijken come and see; come and have a look
naar iemand toe komen come up to somebody
om het leven komen lose one’s life; perish
onder een auto komen be run over by a car
op hoeveel komt …? how much is …?
op hoeveel komt dat? what does it come to?
overeind komen rise
te boven komen get over; outgrow; outlive; outwear; overcome; pull out of; put behind one; surmount; weather
te hulp komen come to the rescue; succour
te kort komen be short of; come short of; fall short of; want
ter zake komen come to the point; get down to bedrock; get to the point
te stade komen be serviceable; be useful; come in handy; stand in good stead
te voorschijn komen break forth; come forth; emerge; show up; turn out; turn up; appear; make one’s appearance; come out
tot een regeling komen come to a settlement; arrive at a settlement; reach a settlement
tot een resultaat komen arrive at a result
tot iemand komen come to somebody
tot zichzelf komen come to one’s senses
van … zal niets komen there will be no …
waar kom jij ineens vandaan? where do you spring from?
waar komt u vandaan? where do you come from?; where do you hail from?; where are you from?
wat zal ervan komen? what is it going to end in?
zo kom je er niet this is not the right way; in this way you’ll never make it; in this way you’ll never succeed; this will get you nowhere
aankomen arrive; call in; check in; come; come in; come on; come over; come round; come up; gain; get in; land; put on weight; touch
afkomen derive; get finished; be published; cough up; walk down
bekomen agree with; get; obtain; receive; suit; recover
bijkomen come round; come to; pick up; come to one’s senses; come to oneself again; gain; put on weight; wake; waken
binnenkomen check in; come in; coming‐in; draw in; enter; get in; get into; come into port; walk in
doorkomen come through; cutting; pass through; get through; break through
inkomen coming‐in; income
komst advent; arrival; coming; incoming
laatkomer latecomer
langskomen pass by; come by; drop in; drop by
loskomen come on; loosen up; open out; open up; thaw; come out of one’s shell; unbutton; get loose; get off the ground
meekomen come along
nabijkomen approximate; come near; come near to; come close; come close to; approach
nakomen fulfil; honour; implement; make good; come afterwards; come later; come later on; arrive afterwards; follow; come after; meet
neerkomen alight; come down; crash; descend; fall; land; shower
nieuwkomer newcomer
omhoogkomen rise up
opkomen come; come on; come out; come up; emerge; emersion; enter; entrance; erupt; flow; make one’s bows; object; join the colours; rise; rise up; spring; spring up; turn out; get up; get up again; recover one’s legs; present oneself; appear; arise; crop up; turn up; be eaten all
overeenkomen agree; condition; correspond; covenant; stipulate; be in keeping with; agree on
óverkomen come; come across; come over; get across; get over
overkómen befall; betide; happen to
rondkijken look about
samenkomen assemble; centre; convene; flock; flock together; forgather; gather; meet; meet up; merge; rendez‐vous; get together
tegenkomen encounter; light on; light upon; meet; come across
telaatkomer latecomer
terechtkomen land; fetch up; be found; be found again
thuiskomen come home; get home
toekomen accrue to; redound
uitkomen bud; burgeon; come; come out; come right; come to be realized; come true; debouch; emerge; hatch; issue; lead; show; come out of the shell; turn out; compete; suit; stand out; be brought to light; become known; appear; be published; work out; make ends meet; make both ends meet
voorbijkomen come by; pass; pass by
vóórkomen air; appear; appearance; aspect; come round; complexion; countenance; face; figure; guise; incidence; likeness; look; mien; occur; occurrence; physiognomy; presence; semblance; strike; come up for trial; get ahead; come on; be found; be met with; happen; appear to; seem to; looks
voorkómen anticipate; anticipation; be beforehand with; forerun; forestall; head off; obviate; preclude; prevent
voortkomen derive; get on; get along; proceed; originate; arise; spring; result; emanate
vooruitkomen advance; get ahead; get on; progress; rise; thrive; go ahead; make headway
vrijkomen get off; come out; be released; be liberated
wegkomen get away