English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word compete

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
compete (rival; contend; vie)	concurreren ; mededingen ; meedingen ; wedijveren	konkuri
compete	concurreren	konkurenci
compete (contend)	wedijveren	konkursi
competition	concurrentie	konkurenco
competition (rivalry)	mededinging ; wedijver	konkuro
competition (contest; bee)	concours ; wedstrijd	konkurso
competitor (contender; contestant)	concurrent ; mededinger	konkuranto
competitor	concurrent	konkurencanto

English	Dutch
compete	⇆ concurreren; ⇆ mededingen; ⇆ meedingen; ⇆ uitkomen; ⇆ wedijveren
compete for	⇆ dingen naar; ⇆ mededingen naar
compete with	⇆ beconcurreren; ⇆ concurreren met; ⇆ mededingen met; ⇆ opboksen tegen; ⇆ wedijveren met
competition	⇆ competitie; ⇆ concours; ⇆ concurrentie; ⇆ mededinging; ⇆ prijsvraag; ⇆ wedijver; ⇆ wedstrijd
competitive	⇆ competitief; ⇆ concurrerend; ⇆ vergelijkend
competitor	⇆ concurrent; ⇆ deelnemer; ⇆ mededinger