English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fulfil

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(accomplish; perform; exercise; execute)
(execute)
🔗 Your penalty thereupon is fulfilled.
(abide by; keep; meet; observe; honour); ; ;
🔗 The rules of the contest shall be fulfilled.
(occupy; take up)
enspaci
(fill in; fill up; imbue; permeate); ;
(occupy; take; engage; hold; involve); ; ;
(become full; imbue);
pleniĝi
(block; clog; stop up; choke; congest; plug; stuff; tamp; stop; stopper)
ŝtopi
(stop);
plombi

EnglishDutch
fulfil afwikkelen; beantwoorden aan; gevolg geven aan; nakomen; naleven; ten uitvoer brengen; vervullen; volbrengen; voldoen; voldoen aan; voldoening geven; voldoening schenken; volvoeren; waarmaken; zich houden aan
fulfil the purpose aan het doel beantwoorden
fill aanvullen; bekleden; beslaan; bezetten; doen zwellen; innemen; inschenken; invullen; opproppen; opstoppen; plamuren; plomberen; stoppen; uitvoeren; vervullen; verzadigen; volgieten; volgooien; vollopen; volraken; volschenken; volscheppen; voorzien in; vullen; vulling; vólmaken; waarnemen; zich vullen
fulfilled vervuld
fulfilment afwikkeling; bevrediging; nakoming; naleving; vervulling; volbrenging; volvoering