English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word progress

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
progress
(improvement; amelioration)
progress
progress
(advance; make progress)
; ;
progress
(advance; advancement)
voortgang
; ;
vordering
(go forward; advance; come forward)
voorwaarts gaan
🔗 They could not progress more than half a mile an hour on the steep rough terrain.
progress
(procession; going)
; ;
verloop
progress
(advance)
;
be in progress
esti en fluo
make progress
(progress; advance)
; ;
(advance)
🔗 By late May, Russian attention had shifted about 100 km south‐east to Popasna where the invading forces started to make progress against the Ukrainian defenders.
progression
progressive
(advanced)
;
progresema
progressive
(graduated; sliding‐scale)
progresiva

EnglishDutch
progress gang; levensloop; loop; loopbaan; nog voortduren; opmars; opschieten; reis; rondreis; tocht; tournee; verloop; voortgang; vooruitgaan; voorúítgang; vooruitkomen; vorderen; vordering; vorderingen; vorderingen maken
be in progress aan de gang zijn; in bewerking zijn
make progress vooruitgaan; vooruitgang boeken; vorderen; vorderingen maken
report progress verslag doen van de stand van zaken
progression opklimmende reeks; opklimming; progressie; reeks; voortgang; vordering
progressive geavanceerd; opklimmend; progressief; toenemend; voortgaand; voortschrijdend; vooruitgaand; vooruitstrevend