English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word implement

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
implement (carry through; conduct; secure; accomplish; achieve; carry out)	implementeren	efektivigi
🔗 The good news is that however you design your system, you can implement it in PHP.
implement (control; operate; work; enable; actuate)	bedienen	funkciigi
implement (install; establish; set)	aanleggen ; fitten ; installeren	instali
implement (produce; conduct; effect; engineer; realize)	uitvoeren	realigi
implement (means; tool; agent; gadget; instrument; utensil; medium)	stuk gereedschap	ilo
🔗 Jubal let the implement fall to the ground.
implement (tool)	stuk gereedschap ; werktuig	laborilo
implementation (accomplishment; execution)	tenuitvoerbrenging ; tenuitvoerlegging ; totstandbrenging	efektivigo
implementation (execution; realization)	realisatie ; tenuitvoerbrenging ; tenuitvoerlegging	realigo
implementation	implementatie	efektivigado

English	Dutch
implement	⇆ effectueren; ⇆ implementeren; ⇆ nakomen; ⇆ stuk gereedschap; ⇆ uitvoeren; ⇆ werktuig
agricultural implement	⇆ landbouwwerktuig
farming implement	⇆ landbouwwerktuig
implementation	⇆ effectuering; ⇆ implementatie; ⇆ nakoming; ⇆ uitvoering
implements	⇆ gereedschap; ⇆ uitrusting