English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word correspond

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
correspond	aansluiten ; corresponderen	korespondi
correspond (conform; fit; fit in)	conformeren ; in overeenstemming zijn ; passen	konformi
correspond (answer; reply; respond; return)	antwoorden ; antwoorden op ; antwoord geven ; verantwoorden	respondi
correspond to	overeenstemmen met	esti konforma laŭ
correspond to	beantwoorden aan	esti laŭ
correspondence	briefwisseling ; correspondentie	korespondado
correspondence	correspondentie	korespondaĵoj
correspondent	correspondent	korespondanto
correspondent	correspondent	korespondisto

English	Dutch
correspond	⇆ aansluiten; ⇆ aansluiting hebben; ⇆ beantwoorden; ⇆ briefwisseling voeren; ⇆ corresponderen; ⇆ overeenkomen; ⇆ overeenstemmen
correspond to	⇆ beantwoorden aan
correspond with	⇆ briefwisseling voeren met; ⇆ corresponderen met; ⇆ overeenkomen met
correspondence	⇆ aansluiting; ⇆ briefwisseling; ⇆ correspondentie; ⇆ overeenkomst; ⇆ overeenstemming
correspondent	⇆ correspondent; ⇆ handelsrelatie; ⇆ handelsvriend
corresponding	⇆ overeenkomstig