English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word approach

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
approach (fly)	aanvliegen	alflugi
approach (advance; come on; come; accost)	benaderen ; naderen	aliri
approach (deal with; tackle)	nader treden	alpaŝi
🔗 She watched him approach, tall and strong, slow of step.
approach	benaderen	alpaŝi al
approach	aanpak	alpaŝo
approach	nadering	alproksimiĝo
approach (access; drive; sweep)	oprit	alveturejo
approach (come closer)	naderen	apudiĝi
approach (advance; come close; come closer; come on)	nabijkomen	proksimiĝi
approach	nadering	proksimiĝo
approach (reach)	contact hebben ; contact hebben met ; contact maken met	kontakti
approach (method; avenue; technique; way)	methode	metodo
approach (démarche; advance)	demarche ; diplomatieke stap ; stap	demarŝo
approach (approximate)	bij benadering opgeven	aproksimi
approach path (approach route)	aanvliegroute	alflugdirekto
approach route (approach path)	aanvliegroute	alflugdirekto
approaching (oncoming)	tegemoetkomend	aliranta

English	Dutch
approach	⇆ aanpak; ⇆ aanpakken; ⇆ benaderen; ⇆ benadering; ⇆ genaken; ⇆ komen aanvliegen; ⇆ manier van aanpakken; ⇆ nabijkomen; ⇆ naderbijkomen; ⇆ naderen; ⇆ nadering; ⇆ nader treden; ⇆ naken; ⇆ oprit; ⇆ toegang; ⇆ toegangsweg; ⇆ toenadering; ⇆ zich wenden tot
approach path	⇆ aanvliegroute
approach road	⇆ aanvoerweg; ⇆ invalsweg; ⇆ oprit
approach route	⇆ aanvliegroute
approach to	⇆ aanpak van
be approaching	⇆ in aantocht zijn
approaches	⇆ avances; ⇆ naderingswerken; ⇆ oprit
approaching	⇆ ophanden zijnde