English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word come out

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(derive; originate; result; stem; spring);
het gevolg zijn van
; ; ;
deveni
🔗 I came to be alone.
(advance; approach; come on; accost);
gaan naar
; ; ;
;
🔗 I’ve come to live with you.
🔗 But spring did not come, you say?

EnglishDutch
come out aan het licht komen; buiten komen; debuteren; eruit gaan; gaan uit; in staking gaan; naar buiten komen; opkomen; optredenm; te voorschijn komen; uit de gevangenis komen; uit de kast komen; uitkomen; uitlekken; uitlopen; verschijnen; voor zijn seksuele geaardheid uitkomen; vrijkomen
come out in spots vol uitslag zitten
come out on strike in staking gaan
come out with komen aanzetten met; op de proppen komen met; uit de hoek komen met; voor den dag komen met
come aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; kom op; komaan; komen; komen opzetten; kop op; opkomen; uitkomen; verschijnen; worden; óverkomen