English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word come out of one’s shell

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(derive; originate; result; stem; spring);
het gevolg zijn van
; ; ;
deveni
🔗 I came to be alone.
(advance; approach; come on; accost);
gaan naar
; ; ;
;
🔗 I’ve come to live with you.
🔗 But spring did not come, you say?
(carapace);
; ;
(peel; skin);
senŝeligi
(bark; husk; peel; hull; skin); ;
🔗 The shells will be supplied by French arms maker Nexter and Germany’s Junghans, according to an industry source.
(bombard; strafe)
(grenade)

EnglishDutch
come out of one’s shell loskomen
come aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; kom op; komaan; komen; komen opzetten; kop op; opkomen; uitkomen; verschijnen; worden; óverkomen
shell bast; beschieten; bestoken; bolster; dekschild; dop; doppen; geraamte; granaat; huisje; huls; hulsel; ontbolsteren; pel; pellen; peul; romp; schaal; schelp; schil; schild; schillen; schulp