English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word latecomer

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(derive; originate; result; stem; spring);
het gevolg zijn van
; ; ;
deveni
🔗 I came to be alone.
(advance; approach; come on; accost);
gaan naar
; ; ;
;
🔗 I’ve come to live with you.
🔗 But spring did not come, you say?
(tardy; overdue; belated);
vergevorderd
🔗 My husband and I will be travelling to the Ukraine late May.
(behind)
🔗 They like to see employees arriving early and staying late, not taking their holidays or if they do, contacting the office or doing their e‐mails while on holiday.
(dead)
(unpunctual); ; ; ;
malakurata

EnglishDutch
latecomer laatkomer; telaatkomer
come aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; kom op; komaan; komen; komen opzetten; kop op; opkomen; uitkomen; verschijnen; worden; óverkomen
late ex‐; gevorderd; gewezen; laat; onlangs; oud‐; overleden; te laat; van de laatste tijd; vergevorderd; voorheen; voormalig; vorig; vroeger