Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord cut
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(mow; reap) | ||
(make to measure) | ; | |
(chop; hack; hew) | ; ; | |
(cut a connection) | ||
(clip; shear) | ||
(slice) | ||
; ; ; | ||
(cut off; curtail; retrench; slash; truncate) | ; | |
(cut‐back; cutting; slash; abscission) | ||
(slice; cutting) | ; | |
; | ||
(slit) | ; | |
🔗 He did not tell be to cut the bonds. | ||
; ; | ||
(dissect) | sekci | |
; | ||
(slice) | ||
🔗 Is it possible that we two are cut from the same cloth? | ||
; | ||
; | ||
🔗 Why did he cut it down? | ||
(halve) | ||
🔗 One bite from a hippo can possibly cut a human body in half. | ||
cut into (break into; broach) | ekkonsumi | |
cut into | ektranĉi | |
cut off (chop; hack) | ; | |
cut off | detondi | |
(cut; curtail; retrench; slash; truncate) | ||
🔗 With the Russian assault knocking out power and telephone networks, whole cities have been cut off from the outside world. | ||
(interrupt; break; disrupt; stop) | ||
🔗 Rand grabbed his arm and cut him off. | ||
(disrupt) | ||
🔗 Earlier Wednesday, Russian president Vladimir Putin hit out at the West’s proposed price caps on Russian energy, threatening to cut off gas and oil supplies if they are imposed. | ||
cut out | ||
cut through | tondi en du pecojn | |
cut through | ||
cut up (cry down; demolish; pull to pieces; run down; write down) | ; | diskreditigi |
(carve) | ; | distranĉi |
cross‐cut (cross‐section) | ; | |
cut‐back (cut; cutting; slash; abscission) | afgesneden stuk ; | |
cutlet (chop) | ; | |
cutlet (chop) | ||
cutpurse | monujŝtelisto | |
cutter | ||
(cut; cut‐back; slash; abscission) | afgesneden stuk | |
(slice; cut) | ; ; ; ; ; ; sneetje | |
stek | ||
shortcut | mallongiga vojo | |
(subvert; undermine) | ||
🔗 Calling for Mueller’s firing would undercut the White House argument. |
Engels | Nederlands |
---|---|
cut | ⇆ aandeel; ⇆ aangesneden; ⇆ afbreken; ⇆ afkappen; ⇆ afknippen; ⇆ afmaaien; ⇆ afnemen; ⇆ afschaffen; ⇆ afsnijden; ⇆ afsteken; ⇆ banen; ⇆ besnijden; ⇆ bezuiniging; ⇆ coupe; ⇆ couperen; ⇆ coupure; ⇆ deel; ⇆ dóórbreken; ⇆ doorgraven; ⇆ doorhakken; ⇆ doorklieven; ⇆ doorknippen; ⇆ doorsníjden; ⇆ dóórsnijden; ⇆ doorstéken; ⇆ eraan geven; ⇆ fatsoen; ⇆ geslepen; ⇆ gesneden; ⇆ graven; ⇆ hak; ⇆ hakken; ⇆ houtsnede; ⇆ houtsnee; ⇆ houw; ⇆ houwen; ⇆ jaap; ⇆ kappen; ⇆ kerven; ⇆ klieven; ⇆ knip; ⇆ knippen; ⇆ los; ⇆ maaien; ⇆ model; ⇆ monteren; ⇆ negéren; ⇆ nummer; ⇆ opensnijden; ⇆ opsnijden; ⇆ plaat; ⇆ sabelen; ⇆ salarisverlaging; ⇆ slag; ⇆ slijpen; ⇆ snede; ⇆ snee; ⇆ snerpen; ⇆ snijden; ⇆ snijwond; ⇆ snit; ⇆ steken; ⇆ stuk; ⇆ stuksnijden; ⇆ tik; ⇆ uitsnijden; ⇆ veeg uit de pan; ⇆ vellen; ⇆ verbreken; ⇆ verlagen; ⇆ verlaging; ⇆ verminderen; ⇆ vermindering; ⇆ wegblijven van; ⇆ weglaten; ⇆ wegsnijden |
a cut above | ⇆ een graadje hoger dan |
be cup up by | ⇆ kapot zijn van; ⇆ ontdaan zijn van |
be cut out for | ⇆ geknipt zijn voor |
cut a caper | ⇆ een kuitenflikker slaan |
cut across | ⇆ doorbréken; ⇆ dwars oversteken; ⇆ in strijd zijn met; ⇆ ingaan tegen; ⇆ oversteken; ⇆ overstijgen |
cut a figure | ⇆ een figuur maken; ⇆ een figuur slaan |
cut along | ⇆ smeer ’m; ⇆ snel gaan; ⇆ voorbijgaan; ⇆ ’m smeren |
cut and contrive | ⇆ passen en meten |
cut and run | ⇆ ervandoor gaan; ⇆ op de loop gaan; ⇆ rennen; ⇆ vliegen |
cut a sorry figure | ⇆ een modderfiguur slaan; ⇆ een pleefiguur slaan; ⇆ in zijn hemd staan |
cut at | ⇆ een uitval doen naar; ⇆ steken naar |
cut away | ⇆ wegsnijden |
cut back | ⇆ <terugkeren naar een vorig beeld in een film>; ⇆ besnoeien; ⇆ inkrimpen; ⇆ koppen; ⇆ rechtsomkeer maken; ⇆ rechtsomkeert maken; ⇆ snoeien |
cut both ways | ⇆ van twee kanten snijden |
cut by | ⇆ verlagen met |
cut capers | ⇆ bokkesprongen maken; ⇆ capriolen maken |
cut down | ⇆ afbouwen; ⇆ beperken; ⇆ besnoeien; ⇆ geleidelijk verminderen; ⇆ kappen; ⇆ neersabelen; ⇆ omhakken; ⇆ omhouwen; ⇆ omkappen; ⇆ vellen; ⇆ verminderen; ⇆ zich bekrimpen |
cut down expenses | ⇆ bezuinigen; ⇆ versoberen |
cut down to size | ⇆ tot zijn juiste proporties terugbrengen |
cut in | ⇆ in de rede vallen; ⇆ insnijden; ⇆ invallen; ⇆ snijden |
cut into | ⇆ aanbreken; ⇆ aansnijden |
cut it fine | ⇆ op het nippertje komen |
cut it short | ⇆ het kort maken |
cut jokes | ⇆ grappen maken |
cut loose | ⇆ bevrijden; ⇆ losmaken; ⇆ zich bevrijden; ⇆ zich losmaken |
cut no ice | ⇆ geen gewicht in de schaal leggen |
cut off | ⇆ afbreken; ⇆ afhakken; ⇆ afkappen; ⇆ afknippen; ⇆ afslaan; ⇆ afsluiten; ⇆ afsnijden; ⇆ afzetten; ⇆ onderbreken; ⇆ stilzetten; ⇆ stopzetten; ⇆ wegmaaien |
cut off one’s nose to spite one’s face | ⇆ zijn eigen glazen ingooien |
cut off with a shilling | ⇆ onterven |
cut one another’s throat | ⇆ elkaar naar het leven staan |
cut one’s coat according to one’s cloth | ⇆ de tering naar de nering zetten |
cut oneself | ⇆ zich snijden |
cut one’s losses | ⇆ zijn verlies nemen |
cut one’s own throat | ⇆ zich de keel afsnijden; ⇆ zichzelf ruïneren |
cut one’s stick | ⇆ ’m smeren |
cut one’s teeth | ⇆ tanden krijgen |
cut open | ⇆ opensnijden; ⇆ opsnijden |
cut out | ⇆ achterwege laten; ⇆ afslaan; ⇆ couperen; ⇆ een beentje lichten; ⇆ knippen; ⇆ ophouden met; ⇆ uithakken; ⇆ uitknippen; ⇆ uitschakelen; ⇆ uitscheiden met; ⇆ uitsluiten; ⇆ uitsnijden; ⇆ verdringen; ⇆ weigeren |
cut out for | ⇆ geknipt voor |
cut price | ⇆ spotprijs |
cut short | ⇆ afbreken; ⇆ bekorten; ⇆ onderbreken |
cut somebody dead | ⇆ iemand totaal negeren |
cut somebody off | ⇆ iemand de pas afsnijden |
cut somebody short | ⇆ iemand in de rede vallen |
cut somebody to the quick | ⇆ iemand diep krenken |
cut the first sod | ⇆ de eerste spade in de grond steken |
cut the Gordian knot | ⇆ de Gordiaanse knoop doorhakken |
cut the knot | ⇆ de knoop doorhakken |
cut the mustard | ⇆ het maken; ⇆ voor zijn taak berekend zijn |
cut through | ⇆ doorgraven; ⇆ doorhakken; ⇆ doorknippen; ⇆ dóórsnijden |
cut under | ⇆ onderkruipen |
cut up | ⇆ aan stukken snijden; ⇆ afbreken; ⇆ afkammen; ⇆ afmaken; ⇆ hakken; ⇆ in de pan hakken; ⇆ in stukken snijden; ⇆ knippen; ⇆ snijden; ⇆ stuksnijden; ⇆ verdelen; ⇆ verknippen; ⇆ versnijden; ⇆ versnipperen |
cut up rough | ⇆ boos worden; ⇆ nijdig worden; ⇆ opspelen; ⇆ uitvallen |
have one’s work cut out | ⇆ de handen vol hebben; ⇆ zijn handen vol hebben |
it cuts both ways | ⇆ het mes snijdt aan twee kanten |
it cuts you to the heart | ⇆ het snijdt je door de ziel |
it cuts you to the quick | ⇆ het snijdt je door de ziel |
power cut | ⇆ stroomafsluiting; ⇆ stroomuitval |
tax cut | ⇆ lastenverlichting |
that cuts no ice | ⇆ dat snijdt geen hout |
the cut and thrust | ⇆ de felle strijd; ⇆ het houwen en steken |
the knife cuts both ways | ⇆ het mes snijdt aan twee kanten |
they cut him | ⇆ zij wilden hem niet kennen |
to cut a long story short | ⇆ om een lang verhaal kort te maken; ⇆ om kort te gaan |
whose cut is this? | ⇆ wie moet afnemen? |
clean‐cut | ⇆ helder; ⇆ netjes; ⇆ scherp omlijnd |
close‐cut | ⇆ kortgeknipt |
cross‐cut | ⇆ korte weg; ⇆ overdwars gesneden; ⇆ overdwars gezaagd |
cut‐and‐dried | ⇆ kant en klaar; ⇆ oudbakken; ⇆ pasklaar; ⇆ vooraf pasklaar gemaakt |
cut‐away | ⇆ jacquet; ⇆ rond weggesneden; ⇆ van voren rond gesneden jacquet |
cut‐back | ⇆ beperking; ⇆ flashback; ⇆ reductie; ⇆ terugblik; ⇆ verlaging |
cutlery | ⇆ eetgerei; ⇆ messen en scharen; ⇆ messenmakerij; ⇆ snijgerei |
cutlet | ⇆ karbonade; ⇆ kotelet |
cut‐out | ⇆ bouwplaat; ⇆ schakelaar; ⇆ uitknipsel; ⇆ vrije uitlaat |
cut‐price | ⇆ goedkoop; ⇆ in prijs verlaagd |
cutpurse | ⇆ beurzensnijder |
cutter | ⇆ coupeur; ⇆ coupeuse; ⇆ cutter; ⇆ frees; ⇆ hakker; ⇆ houwer; ⇆ kotter; ⇆ mes; ⇆ slijper; ⇆ snijbrander; ⇆ snijder; ⇆ snijmachine; ⇆ snijmes |
cut‐throat | ⇆ moordenaar; ⇆ scheermes |
cutting | ⇆ afgeknipt stuk; ⇆ afgesneden stuk; ⇆ afsnijdsel; ⇆ bijtend; ⇆ coupon; ⇆ doorgraving; ⇆ doorkomen; ⇆ holle weg; ⇆ knippen; ⇆ knipsel; ⇆ montage; ⇆ scherp; ⇆ snerpend; ⇆ snijden; ⇆ snijdend; ⇆ snijding; ⇆ snij‐; ⇆ snipper; ⇆ stek; ⇆ stuk; ⇆ uitknipsel; ⇆ vinnig |
cutwater | ⇆ scheg; ⇆ schegge |
haircut | ⇆ coupe; ⇆ knipbeurt |
offcut | ⇆ afval; ⇆ restant |
sabre‐cut | ⇆ sabelhouw |
shortcut | ⇆ binnenweg; ⇆ doorsteek; ⇆ eenvoudigere manier; ⇆ kortere weg |
uncut | ⇆ onaangesneden; ⇆ ongecensureerd; ⇆ ongeknipt; ⇆ ongekuist; ⇆ ongeslepen; ⇆ ongesneden |
undercut | ⇆ filet; ⇆ goedkoper zijn dan; ⇆ haas; ⇆ minder geld vragen dan; ⇆ ondergráven; ⇆ onderkruipen |