Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord pasklaar

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(helder; duidelijk);
🔗 De frisse koude en de ongewoon klare atmosfeer wezen op de onmiddellijke nabijheid van veel ijs.
(af; gereed; paraat);
🔗 De maaltijd is klaar.
(betamen; voegen)
befit
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is.
esti laŭmezura
🔗 De ene helft van zijn gezicht paste niet bij de andere.
(betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen);
(aanpassen); ; ; ; ; ;
assay
;
sidi bone
(aanpassen)
try on
surprovi
(aanpassen)
try on
vesti prove

NederlandsEngels
pasklaar cut‐and‐dried; ready for trying on; ready‐made
klaar at the ready; clear; clearly; complete; in readiness; limpid; poised; ready; serene; set; all set; evident; finished; out of the way
passen become; befit; behove; beseem; dovetail; fit; fit on; fitting; pass; resign; suit; try on; be convenient