Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord goedkoop

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(voordelig);
inexpensive
(voordelig)
cheaply
malkare
(voordelig)
cheaply
malmultekoste
(wel); ;
🔗 Bekijk deze foto’s eens goed.
(bezitting; landgoed);
🔗 „Mag ik vragen”, zeide ik, „of dit goed niet toebehoort aan de heer Blaek van Amsterdam?”
(okee; in orde); ; ;
🔗 Het is een goed boek.
(goede)
(juist; zuiver);
(akkoord; in orde; okee)
konsentite
(bezit; bezitting; eigendom)
possession
;
property
🔗 Iedere dag riskeren ze hun leven om het leven en goed van anderen te beschermen.
(kledij; kleding; kleren)
(juist); ;
🔗 Dan heb ik een beter voorstel.
🔗 Je hebt dus een goed paard nodig.
(aankoop; inkoop)
(aanschaf; inkoop; overname);

NederlandsEngels
goedkoop budget; cheap; chintzy; cut‐price; inexpensive; low‐budget; tinny
goedkoop is duurkoop cheap goods are dearest in the long run; cheap bargains are dear
goed aright; asset; blue‐chip; chattel; commodity; correct; effects; estate; fine; fitly; gear; good; kind; kindly; okay; proper; properly; property; well; right; all right; rightly; sound; ware; strong; stuff; things; goodly; round; full; clothes; luggage; wares; goods; possession; material; wear
goedkoopheid cheapness
koop bargain; buy; deal; emption; purchase
spotgoedkoop at a dead bargain; dirt‐cheap; dog‐cheap