Diccionario neerlandés–español
Traducción española de la palabra neerlandesa scheppen
| neerlandés | español (traducido indirectamente) | esperanto |
|---|---|---|
| (maken) | escribir | |
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn. | ||
| (hozen) | extraer ; sacar | |
| (opscheppen) | excavar con pala ; traspalar | |
| (creëren; maken) | crear | |
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen. | ||
| (veranderen) | transformar | aliformi |
🔗 Maar helaas, toen ze de bergen naderden, kletterde het regenwater in stromen neder, zodat de weg in een modderpoel herschapen werd. | ||
| (bluffen; ophakken; pochen; snoeven; snorken; stoffen; zwetsen; grootspreken; opsnijden) | fanfarronear ; jactarse | |
🔗 Misschien had ik een beetje te veel opgeschept in mijn brieven aan haar. | ||
| (scheppen) | excavar con pala ; traspalar | |
| (schop) | pala | |
🔗 Folke Bengtsson stond bij het kippehok met een schep in zijn hand. | ||
scheprad | rueda hidraúlica | |
| (creatuur) | ||
🔗 Het schepsel antwoordde in zijn eigen taal. | ||