Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word prijzen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
prezmarki
🔗 Misschien ook achten zij zich te laag geprijsd.
(loven; roemen; verheerlijken);
laud
; ;
extol
(lof toezwaaien; loven);
laud
;
🔗 „Een mooi gebouw”, sprak ze prijzend.
hemelhoog prijzen
laud to the skies
;
exalt to the skies
altigi ĝis la ĉielo
call oneself lucky
nomi sin feliĉa
🔗 Ik geloof dat ik mij gelukkig moet prijzen dat ik binnen ben.
commend highly
rekomendegi
🔗 Hijzelf was nooit verder dan Den Haag geweest en zeide altijd dat het hem speet, ofschoon ik de reden nog niet begrijp welke hem, die ongehuwd en onafhankelijk was, heeft kunnen terughouden van datgene te doen wat hij anderen aanprees.
mark down
malaltigi la prezojn de
(premie)
premium
; ;
🔗 Er staat een prijs op mijn hoofd.
🔗 Welke prijs biedt de koningin?
(loffelijk; lofwaardig);
laudable
;
🔗 Als wij aannemen dat de kleurling volkomen werd overrompeld, dan handelde hij met een prijzenswaardige vlugheid.

DutchEnglish
prijzen belaud; bless; celebrate; commend; eulogize; exalt; extol; laud; praise; price; pricing; terms; ticket
hemelhoog prijzen belaud; praise to the skies
iemand gelukkig prijzen call somebody happy
zich gelukkig prijzen call oneself lucky; thank one’s lucky stars
aanprijzen commend; crack up; preach up; recommend; commend highly; sound the praises of; talk up
afprijzen mark down
onvolprezen unsurpassed; beyond praise
prijs award; capture; cost; jackpot; premium; price; prize; rate; value; stakes; price tag
prijzend commendatory; eulogistic; eulogistical; laudatory
prijzenswaard praiseworthy; laudable; commendable; laudably; commendably
prijzenswaardig commendable; commendably; laudable; laudably; praiseworthy
veelgeprezen much‐belauded