English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ticket

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
ticket (bill)	biljet ; kaartje	bileto
ticket	kaartje ; plaatsbewijs ; plaatskaart ; ticket ; passagebiljet	irbileto
ticket	prijsopgave	prezindiko
luggage ticket	bagagebiljet	pakaĵbileto
railway ticket (train ticket)	treinkaartje ; spoorkaartje	trajnbileto
ticket examiner	kaartjescontroleur	biletkontrolisto
day‐ticket	dagkaart	tagbileto
return‐ticket	retourbiljet ; retourtje	irorevena bileto
season‐ticket (commutation ticket)	abonnement ; abonnementskaart	abonbileto
ticket‐collector (guard; conductor)	conducteur	konduktoro
ticket‐office (ticket‐window; window; counter; office; box‐office; hatch; wicket)	loket	giĉeto
ticket‐window (window; counter; office; box‐office; ticket‐office; hatch; wicket)	loket	giĉeto

English	Dutch
ticket	⇆ bekeuring; ⇆ biljet; ⇆ bon; ⇆ entreebiljet; ⇆ entreekaartje; ⇆ kaart; ⇆ kaartje; ⇆ kandidatenlijst; ⇆ lot; ⇆ passagebiljet; ⇆ plaatsbewijs; ⇆ plaatskaart; ⇆ prijzen; ⇆ reçu; ⇆ reisbiljet; ⇆ ticket; ⇆ toegangsbewijs; ⇆ van een kaartje voorzien; ⇆ vervoerbewijs; ⇆ vervoersbewijs
correspondence ticket	⇆ overstapje; ⇆ overstapkaartje
day‐return ticket	⇆ dagretour
excursion ticket	⇆ excursiekaartje
free ticket	⇆ vrijkaart
half ticket	⇆ kinderkaartje
luggage ticket	⇆ bagagereçu; ⇆ reçu
meal ticket	⇆ inkomstenbon; ⇆ maaltijdbon
one‐way ticket	⇆ enkele reis; ⇆ enkeltje
party ticket	⇆ gezelschapsbiljet
pawn ticket	⇆ beleenbrief
plane ticket	⇆ ticket
platform ticket	⇆ perronkaartje
price ticket	⇆ prijskaartje
railway ticket	⇆ spoorkaartje; ⇆ treinkaartje
season‐ticket holder	⇆ abonnee
single ticket	⇆ enkele reis; ⇆ enkeltje
standing ticket	⇆ kaartje voor een staanplaats
that the ticket!	⇆ dat is je ware!
ticket book	⇆ knipkaart
ticket inspector	⇆ controleur; ⇆ kaartjescontroleur
ticket of leave	⇆ bewijs van voorwaardelijke invrijheidstelling
ticket vending‐machine	⇆ kaartjesautomaat
tramway ticket	⇆ tramkaartje
transfer ticket	⇆ overstapje; ⇆ overstapkaartje
day‐ticket	⇆ dagkaart; ⇆ dagkaartje
lottery‐ticket	⇆ lot; ⇆ loterijbriefje
parking‐ticket	⇆ parkeerbon
press‐ticket	⇆ perskaart
return‐ticket	⇆ retourbiljet; ⇆ retourkaartje; ⇆ retourtje
season‐ticket	⇆ abonnement; ⇆ abonnementskaart; ⇆ seizoenkaart; ⇆ seizoenskaart
ticket‐collector	⇆ busconducteur; ⇆ conducteur; ⇆ conductrice; ⇆ controleur; ⇆ kaartjescontroleur
ticket‐hatch	⇆ kaartjesloket
ticket‐holder	⇆ <houder van een biljet>
ticket‐machine	⇆ automaat; ⇆ kaartjesautomaat
ticket‐office	⇆ loket
ticket‐punch	⇆ controletang
ticket‐window	⇆ loket