Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word toegangsbewijs
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
toegangsbewijs (entreebiljet) | admission ticket | |
| (demonstratie) | demonstration | |
🔗 We hebben bij het bewijs van deze formules de hoeken α en β zó gekozen dat α + β scherp is. | ||
| ; | ||
🔗 Het bewijs zal ik je geven. | ||
| (blijk; merkteken; teken) | ||
| (entree; ingang) | ; entry | |
🔗 Dit was de enige toegang tot de toren. | ||
| (binnenkomst; entree; ingang; intrede) | ; ; entrance ; entry | |
🔗 Hij had in de wand een deurtje ontdekt en besloot om te gaan kijken waartoe dat toegang gaf. | ||
| ; | ||
| (benadering) | ||
🔗 Die toegang is het meer dan 130 jaar geleden na een oorlog kwijtgeraakt. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| toegangsbewijs | ⇆ admission ticket; ⇆ pass; ⇆ ticket |
| bewijs | ⇆ argument; ⇆ attestation; ⇆ certificate; ⇆ cogency; ⇆ demonstration; ⇆ document; ⇆ evidence; ⇆ proof; ⇆ substantiation; ⇆ token; ⇆ showing; ⇆ voucher; ⇆ mark |
| toegang | ⇆ access; ⇆ adit; ⇆ admission; ⇆ admittance; ⇆ approach; ⇆ avenue; ⇆ entrance; ⇆ entry; ⇆ entrée; ⇆ ingress; ⇆ entrance fee |