Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa dragen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
aguantar hasta el fin
(voeren; voorhebben)
llevar
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen)
sostener
(aanhebben)
llevar
;
tener puesto
(aanbrengen; brengen)
aportar
;
traer
(contribueren)
contribuir
(brancard)
camilla
;
parihuelas
(berrie; brancard)
camilla
portátil
portebla
(brancard; draagbaar)
camilla
;
parihuelas
(juk)
astil
;
balancín
;
cruz
(palankijn)
palanquín
(amfoor; amfora; kruik)
ánfora
palanquín
llevar
(opdracht geven; belasten)
comisionar
;
encargar
(celebreren; vieren)
celebrar
;
festejar
(afdragen; afgeven; overbrengen; overgeven; doorgeven)
alargar
;
transferir
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; volhouden)
aguantar hasta el fin
(dulden; gedogen; lijden; toelaten; tolereren; velen)
tolerar
(opzeggen; reciteren)
declamar
;
recitar
reciti