cut | ⇆ aandeel; ⇆ aangesneden; ⇆ afbreken; ⇆ afkappen; ⇆ afknippen; ⇆ afmaaien; ⇆ afnemen; ⇆ afschaffen; ⇆ afsnijden; ⇆ afsteken; ⇆ banen; ⇆ besnijden; ⇆ bezuiniging; ⇆ coupe; ⇆ couperen; ⇆ coupure; ⇆ deel; ⇆ dóórbreken; ⇆ doorgraven; ⇆ doorhakken; ⇆ doorklieven; ⇆ doorknippen; ⇆ doorsníjden; ⇆ dóórsnijden; ⇆ doorstéken; ⇆ eraan geven; ⇆ fatsoen; ⇆ geslepen; ⇆ gesneden; ⇆ graven; ⇆ hak; ⇆ hakken; ⇆ houtsnede; ⇆ houtsnee; ⇆ houw; ⇆ houwen; ⇆ jaap; ⇆ kappen; ⇆ kerven; ⇆ klieven; ⇆ knip; ⇆ knippen; ⇆ los; ⇆ maaien; ⇆ model; ⇆ monteren; ⇆ negéren; ⇆ nummer; ⇆ opensnijden; ⇆ opsnijden; ⇆ plaat; ⇆ sabelen; ⇆ salarisverlaging; ⇆ slag; ⇆ slijpen; ⇆ snede; ⇆ snee; ⇆ snerpen; ⇆ snijden; ⇆ snijwond; ⇆ snit; ⇆ steken; ⇆ stuk; ⇆ stuksnijden; ⇆ tik; ⇆ uitsnijden; ⇆ veeg uit de pan; ⇆ vellen; ⇆ verbreken; ⇆ verlagen; ⇆ verlaging; ⇆ verminderen; ⇆ vermindering; ⇆ wegblijven van; ⇆ weglaten; ⇆ wegsnijden |