Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord cut a sorry figure
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(mow; reap) | ||
(make to measure) | ; | |
(chop; hack; hew) | ; ; | |
(cut a connection) | ||
(clip; shear) | ||
(slice) | ||
; ; ; | ||
(cut off; curtail; retrench; slash; truncate) | ; | |
(cut‐back; cutting; slash; abscission) | ||
(slice; cutting) | ; | |
; | ||
(slit) | ; | |
🔗 He did not tell be to cut the bonds. | ||
; ; | ||
(dissect) | sekci | |
; | ||
(slice) | ||
🔗 Is it possible that we two are cut from the same cloth? | ||
; | ||
ciferi | ||
(cipher; digit; numeral) | ||
(diagram; image; representation; configuration) | ||
🔗 When all were on their feet, the floating figure spoke. | ||
(calculate; work out; account; add up) | ; ; ; | |
(depict; represent) | ; ; ; ; | |
(stature) | ; ; | |
(matter; number) | ; ; | |
🔗 Though official figures may never be known, it is believed that about 10% of the country’s population died. | ||
(think) | ||
🔗 He figures the whole attack took about three and a half minutes. |
Engels | Nederlands |
---|---|
cut a sorry figure | ⇆ een modderfiguur slaan; ⇆ een pleefiguur slaan; ⇆ in zijn hemd staan |
cut | ⇆ aandeel; ⇆ aangesneden; ⇆ afbreken; ⇆ afkappen; ⇆ afknippen; ⇆ afmaaien; ⇆ afnemen; ⇆ afschaffen; ⇆ afsnijden; ⇆ afsteken; ⇆ banen; ⇆ besnijden; ⇆ bezuiniging; ⇆ coupe; ⇆ couperen; ⇆ coupure; ⇆ deel; ⇆ doorgraven; ⇆ doorhakken; ⇆ doorklieven; ⇆ doorknippen; ⇆ doorsníjden; ⇆ doorstéken; ⇆ dóórbreken; ⇆ dóórsnijden; ⇆ eraan geven; ⇆ fatsoen; ⇆ geslepen; ⇆ gesneden; ⇆ graven; ⇆ hak; ⇆ hakken; ⇆ houtsnede; ⇆ houtsnee; ⇆ houw; ⇆ houwen; ⇆ jaap; ⇆ kappen; ⇆ kerven; ⇆ klieven; ⇆ knip; ⇆ knippen; ⇆ los; ⇆ maaien; ⇆ model; ⇆ monteren; ⇆ negéren; ⇆ nummer; ⇆ opensnijden; ⇆ opsnijden; ⇆ plaat; ⇆ sabelen; ⇆ salarisverlaging; ⇆ slag; ⇆ slijpen; ⇆ snede; ⇆ snee; ⇆ snerpen; ⇆ snijden; ⇆ snijwond; ⇆ snit; ⇆ steken; ⇆ stuk; ⇆ stuksnijden; ⇆ tik; ⇆ uitsnijden; ⇆ veeg uit de pan; ⇆ vellen; ⇆ verbreken; ⇆ verlagen; ⇆ verlaging; ⇆ verminderen; ⇆ vermindering; ⇆ wegblijven van; ⇆ weglaten; ⇆ wegsnijden |
figure | ⇆ afbeelding; ⇆ bedrag; ⇆ beeld; ⇆ cijfer; ⇆ cijferen; ⇆ denken; ⇆ figureren; ⇆ figuur; ⇆ gedaante; ⇆ gestalte; ⇆ met figuren versieren; ⇆ personage; ⇆ persoon; ⇆ persoonlijkheid; ⇆ postuur; ⇆ verschijning; ⇆ vóórkomen; ⇆ zich voorstellen |