Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word terugkrijgen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
get back | ||
🔗 De banken krijgen vaak als eerste hun geld terug. | ||
(verkrijgen; op de kop tikken; in bezit krijgen) | ||
(bekomen; genieten; ontvangen) | ; ; ; | |
🔗 Maar hij kreeg geen antwoord. | ||
(bekomen) | ||
(inhalen) | ||
(oplopen) | ||
(achteruit) | ; | |
🔗 Maar hij begreep dat hij nu niet meer terug kon. | ||
returne | ||
🔗 Maar nu was hij terug en hij zou dat nu gaan doen. |
Dutch | English |
---|---|
terugkrijgen | ⇆ get back; ⇆ recover; ⇆ recovery |
krijgen | ⇆ acquire; ⇆ catch hold of; ⇆ come at; ⇆ come by; ⇆ come down with; ⇆ come in for; ⇆ derive; ⇆ develop; ⇆ draw; ⇆ elicit; ⇆ gain; ⇆ get; ⇆ get hold of; ⇆ get out; ⇆ grab hold of; ⇆ have; ⇆ lay hold of; ⇆ meet with; ⇆ obtain; ⇆ pick up; ⇆ procure; ⇆ receipt; ⇆ receive; ⇆ seize hold of; ⇆ take hold of; ⇆ send forth; ⇆ send out; ⇆ sustain; ⇆ take; ⇆ catch; ⇆ have coming; ⇆ put forth |
terug | ⇆ aback; ⇆ avaunt; ⇆ back; ⇆ backward; ⇆ backwards; ⇆ ago |