English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word receipt

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
receipt
;
voor voldaan tekenen
receipt
receipt
; ; ;

EnglishDutch
receipt bewijs van ontvangst; kassabon; krijgen; kwitantie; kwiteren; ontvangbewijs; ontvangen; ontvangst; ontvangstbewijs; recept; reçu; trekken; voor voldaan tekenen
acknowledgement of receipt bericht van ontvangst
be in receipt of genieten; ontvangen hebben
on receipt of bij ontvangst van; na ontvangst van
receipt book kwitantieboekje
receipt stamp plakzegel
receipts recette