Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sweep

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(access; approach; drive)
(whisk);
(command; cover)
pafatingi
(expanse; expansion; extension; stretch)
🔗 Not a tree nor a house broke the broad sweep of flat country that reached to the edge of the sky in all directions.
(radical);
🔗 He or she will make decisions that will have a sweeping impact on the lives of millions of Britons for decades to come.

EngelsNederlands
sweep aanvegen; afdreggen; afjagen; afschuimen; afvissen; afzoeken; als een storm gaan over; bereik; bestrijken; bocht; draai; dreggen; gebied; golvende lijn; helemaal omvatten; in een ruime bocht liggen; jagen; lange roeiriem; meeslepen; oprijlaan; opstrijken; opvegen; reikwijdte; schieten; schoonvegen; schoorsteenveger; slag; slepen over; sleuren; strijken; strijken over; uitgestrektheid; vaart; veeg; vegen; vliegen; wegmaaien; wegsleuren; wegvegen; wegvoeren; zich statig bewegen; zich uitstrekken; zich zwierig bewegen; zwaai; zwenken; zwenking
a new broom sweeps clean nieuwe bezems vegen schoon
at a sweep met één slag
he swept her off her feet ze viel op slag voor hem
make a clean sweep alle prijzen in de wacht slepen; grote schoonmaak houden; opruiming houden; schoon schip maken
make a clean sweep of it schoon schip maken
new brooms sweep clean nieuwe bezems vegen schoon
sweep across schieten over; vliegen over
sweep along meeslepen; meesleuren; voortstuiven
sweep away wegspoelen; wegstrijken; wegvagen; wegvegen
sweep away to zich uitstrekken tot
sweep down meesleuren; neerschieten; zich storten
sweep off meesleuren; wegmaaien; wegvagen
sweep one’s hand across met de hand strijken over
sweep past voorbijstuiven; voorbijzwieren
sweep the board alle prijzen in de wacht slepen; met de hele inzet strijken; met de hele winst strijken
sweep the country in het hele land een grote overwinning halen
sweep up aanvegen; bijvegen; opvegen
chimney‐sweep schoorsteenveger
sweeping algemeen; ingrijpend; overweldigend; radicaal; veelomvattend; vegend; verreikend