Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord point
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground. | ||
(mark) | ||
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office. | ||
(count) | ||
🔗 The first two points are of little importance. | ||
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for? | ||
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop) | ; ; | |
come to the point (get to the point; get down to bedrock) | ||
get to the point (come to the point; get down to bedrock) | ||
make the point that | rimarkigi, ke | |
point of contact | ||
point of contact | ||
point of view (viewpoint; angle; outlook; position; stand; stance; standpoint) | ; ; | |
point out (indicate; connote; denote) | ; ; ; | |
point out (show; indicate; demonstrate; display; manifest; exhibit) | laten zien ; ; ; ; ; ; | |
pursue one’s point (persevere; persist) | insistadi | |
to the point | rapidresponda | |
to the point | spritresponda | |
to the point | trafe dirita | |
to the point | trafe reaganta | |
🔗 But relations between Prigožin and the Russian army, which have long been strained, reached a boiling‐point this week. | ||
(rhumb) | ; ; | |
counterpoint | ||
pinpoint | precizega | |
pinpoint (define; determine; narrow; state) | nader bepalen ; | |
pinpoint (highlight) | goed doen uitkomen | reliefigi |
(spiked; peak; top) | ; | pinta |
🔗 One had a heavy, pointed beak where his mouth and nose should have been, and feathers covered his head instead of hair. | ||
(useless; ineffective; unavailing) | ||
🔗 Attempting to do so is pointless. | ||
standpoint (viewpoint; point of view; angle; outlook; position; stand; stance) | ||
viewpoint (point of view; angle; outlook; position; stand; stance; standpoint) | ; ; | |
viewpoint (opinion; contention; sentiment; stand; view) | ; ; ; ; ; | |
viewpoint (perspective; outlook; prospect; view; vista) | ; ; ; verschiet ; | |
viewpoint (viewing‐platform; scenic overlook; belvedere) | ; uitkijktoren ; uitzichttoren |
Engels | Nederlands |
---|---|
point | ⇆ aanleggen; ⇆ aanpunten; ⇆ duiden; ⇆ een punt maken aan; ⇆ etsnaald; ⇆ geweitak; ⇆ interpungeren; ⇆ landpunt; ⇆ naald; ⇆ naaldkant; ⇆ onderstrepen; ⇆ oog; ⇆ op treffende wijze illustreren; ⇆ pointe; ⇆ punt; ⇆ punten; ⇆ puntje; ⇆ richten; ⇆ scherpen; ⇆ spits; ⇆ spitsen; ⇆ staan; ⇆ stift; ⇆ stip; ⇆ stippen; ⇆ stopcontact; ⇆ streek; ⇆ tak; ⇆ van punten voorzien; ⇆ voegen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen met |
a case in point | ⇆ een ter zake dienend voorbeeld |
angular point | ⇆ hoekpunt |
armed at all points | ⇆ tot de tanden gewapend |
a sore point | ⇆ een teer punt |
at all points | ⇆ in alle opzichten |
at the point of death | ⇆ op sterven |
at the point of the sword | ⇆ met geweld |
at this point in time | ⇆ op dit moment |
beat on points | ⇆ op punten verslaan |
be beside the point | ⇆ niets ter zake doen |
carry one’s point | ⇆ zijn zin doordrijven; ⇆ zijn zin krijgen; ⇆ zijn zin weten te krijgen |
central point | ⇆ kernpunt |
come straight to the point | ⇆ recht op zijn doel afgaan |
come to the point | ⇆ ter zake komen |
contact point | ⇆ raakpunt |
crucial point | ⇆ kernpunt |
culminating point | ⇆ culminatiepunt; ⇆ toppunt |
danger point | ⇆ kritisch punt |
decimal point | ⇆ decimaalteken |
disputed point | ⇆ twistpunt |
drop the point | ⇆ de zaak maar laten rusten |
fire point | ⇆ vlampunt |
follow up a point | ⇆ inhaken op |
gain one’s point | ⇆ zijn zin krijgen; ⇆ zijn zin weten te krijgen |
get the point | ⇆ het snappen |
get to the point | ⇆ ter zake komen |
give up the point | ⇆ het gewonnen geven |
go straight to the point | ⇆ met de deur in huis vallen; ⇆ recht op zijn doel afgaan |
in point of | ⇆ inzake; ⇆ op het punt van; ⇆ op het stuk van; ⇆ uit het oogpunt van |
in point of fact | ⇆ feitelijk; ⇆ in feite; ⇆ in werkelijkheid |
I see your point | ⇆ ik begrijp wat je bedoelt |
jumping‐off point | ⇆ startpunt; ⇆ uitgangspunt |
keep to one’s point | ⇆ op zijn stuk blijven staan |
keep to the point | ⇆ bij honk blijven; ⇆ voet bij stuk houden |
labour a point | ⇆ dieper ingaan op; ⇆ uitvoerig op een punt ingaan |
lubrication point | ⇆ smeerpunt |
luminous point | ⇆ lichtpunt |
main point | ⇆ hoofdpunt; ⇆ hoofdzaak |
maintain one’s point | ⇆ op zijn stuk blijven staan; ⇆ volhouden |
make a point | ⇆ een bewering bewijzen |
make a point of | ⇆ aandringen op; ⇆ het erop aanleggen om te; ⇆ het zich tot taak stellen om te; ⇆ staan op |
make a point of honour of | ⇆ er een eer in stellen om te |
make it a point of honour of | ⇆ er een eer in stellen om te |
make one’s point | ⇆ zijn bewering bewijzen |
make the point that | ⇆ erop wijzen dat |
match point | ⇆ matchpoint |
meeting point | ⇆ ontmoetingspunt; ⇆ trefpunt |
miss the point | ⇆ niet begrijpen waar het om gaat |
not to put too fine a point upon it | ⇆ om het nu maar eens ronduit te zeggen |
not to the point | ⇆ irrelevant |
off the point | ⇆ niet ad rem |
on the point of | ⇆ op het punt om; ⇆ op het punt te |
pass the point of no return | ⇆ niet meer terug kunnen |
penalty point | ⇆ strafpunt |
point at | ⇆ nawijzen; ⇆ richten op; ⇆ wijzen op |
point at issue | ⇆ geschilpunt; ⇆ twistpunt |
point by point | ⇆ punt voor punt |
point in question | ⇆ vraagpunt |
point of application | ⇆ aangrijpingspunt |
point of attack | ⇆ aangrijpingspunt |
point of contact | ⇆ aanknopingspunt; ⇆ aanrakingspunt; ⇆ raakpunt |
point of controversy | ⇆ verschilpunt |
point of departure | ⇆ vertrekpunt |
point of difference | ⇆ geschilpunt; ⇆ verschilpunt |
point of impact | ⇆ trefpunt |
point of no return | ⇆ point of no return |
point of order | ⇆ punt van orde |
point of reference | ⇆ ijkpunt; ⇆ referentiepunt |
point of the compass | ⇆ hemelstreek; ⇆ kompasstreek; ⇆ windrichting; ⇆ windstreek |
point of view | ⇆ gezichtspunt; ⇆ oogpunt; ⇆ standpunt |
point out | ⇆ aanduiden; ⇆ aantonen; ⇆ aanwijzen; ⇆ doen uitschijnen; ⇆ laten uitschijnen; ⇆ opmerken; ⇆ releveren; ⇆ signaleren; ⇆ te kennen geven; ⇆ uitduiden; ⇆ voorhouden; ⇆ vooropstellen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen op |
point out something to somebody | ⇆ iemand iets onder ogen brengen |
points card | ⇆ klantenkaart |
point something out to somebody | ⇆ iemand iets voorhouden |
point taken | ⇆ die slag is voor jou |
point to | ⇆ duiden op; ⇆ wijzen naar; ⇆ wijzen op |
point up | ⇆ accentueren; ⇆ onderstrepen |
possession is nine points of the law | ⇆ hebben is hebben, maar krijgen is de kunst |
press the point | ⇆ aandringen |
prove one’s point | ⇆ zijn bewering bewijzern |
pursue one’s point | ⇆ aandringen; ⇆ aanhouden |
pursue the point | ⇆ er verder op doorgaan |
raise a point | ⇆ een punt te berde brengen; ⇆ een punt ter sprake brengen |
rallying point | ⇆ verenigingspunt |
reference point | ⇆ ijkpunt; ⇆ referentiepunt |
saturation point | ⇆ verzadigingspunt |
see the point | ⇆ het begrijpen; ⇆ het snappen |
short and to the point | ⇆ kort en bondig |
solidification point | ⇆ stollingspunt |
stick to one’s point | ⇆ op zijn stuk blijven staan |
strain a point | ⇆ de hand over het hart strijken; ⇆ met de hand over het hart strijken |
stretch a point | ⇆ de hand over het hart strijken; ⇆ het zo nauw niet nemen; ⇆ met de hand over het hart strijken; ⇆ niet al te nauw kijken; ⇆ overdríjven |
take‐off point | ⇆ startpunt |
take the point | ⇆ het begrijpen |
take up a point | ⇆ inhaken; ⇆ inhaken op |
terminal point | ⇆ eindpunt |
that is just the point | ⇆ daar gaat het juist om; ⇆ dat is het hem juist |
that is the point | ⇆ daar gaat het om |
that’s just the point | ⇆ daar gaat het juist om |
the finer points | ⇆ de finesses |
the great point | ⇆ de zaak waar het op aankomt |
the point is to | ⇆ het is zaak om te |
there is no point in | ⇆ het heeft geen zin om te |
to the point | ⇆ ad rem; ⇆ ter snede; ⇆ ter zake; ⇆ à propos |
to the point that | ⇆ in die mate dat; ⇆ zozeer dat |
turning point | ⇆ crisis; ⇆ draaipunt |
up to a point | ⇆ tot op zekere hoogte |
vanishing point | ⇆ verdwijnpunt |
vantage point | ⇆ strategische positie |
weak point | ⇆ zwakke zijde |
what is the point? | ⇆ wat heeft het voor zin? |
when it came to the point | ⇆ op stuk van zaken; ⇆ toen het erop aankwam; ⇆ toen puntje bij paaltje kwam |
win on points | ⇆ op punten winnen |
yield the point | ⇆ zich gewonnen geven |
you’ve got a point there | ⇆ daar heb je wel gelijk in; ⇆ daar zeg je zo wat; ⇆ daar zit wat in |
boiling‐point | ⇆ kookpunt |
carbon‐point | ⇆ koolspits |
cashpoint | ⇆ geldautomaat; ⇆ pinautomaat |
compass‐point | ⇆ kompasstreek; ⇆ windrichting; ⇆ windstreek |
counterpoint | ⇆ contrapunt |
dew‐point | ⇆ dauwpunt |
dry‐point | ⇆ droge‐naaldets |
evaporation‐point | ⇆ verdampingspunt |
flashpoint | ⇆ kookpunt; ⇆ ontvlammingspunt |
four‐pointed | ⇆ vierpuntig |
freezing‐point | ⇆ vriespunt |
melting‐point | ⇆ smeltpunt |
pinpoint | ⇆ de vinger leggen op; ⇆ nader bepalen; ⇆ nauwkeurig aangeven; ⇆ nauwkeurig aanwijzen; ⇆ precies definiëren; ⇆ precies lokaliseren; ⇆ preciseren; ⇆ speldepunt |
point‐blank | ⇆ botweg; ⇆ gladweg; ⇆ onverbloemd; ⇆ op de man af; ⇆ recht op het doel af; ⇆ vlak in zijn gezicht; ⇆ zonder omwegen; ⇆ à bout portant |
point‐duty | ⇆ <dienst als verkeersagent op een bepaald punt> |
pointed | ⇆ juist; ⇆ ondubbelzinnig; ⇆ opvallend; ⇆ precies; ⇆ punig; ⇆ puntig; ⇆ scherp; ⇆ snedig; ⇆ spits |
pointer | ⇆ aanwijsstok; ⇆ aanwijzing; ⇆ patrijshond; ⇆ pointer; ⇆ staande hond; ⇆ vingerwijzer; ⇆ wijzer |
pointing | ⇆ voegwerk |
pointless | ⇆ nutteloos; ⇆ zinloos; ⇆ zonder uitwerking |
points | ⇆ wissel |
power‐point | ⇆ stopcontact |
pressure‐point | ⇆ drukpunt |
standpoint | ⇆ standpunt |
viewpoint | ⇆ gezichtspunt; ⇆ oogpunt; ⇆ standpunt; ⇆ uitzichtpunt |