Synoniemen: ondienstig, onnuttig, vergeefs, vruchteloos
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈnɵtəlos/ |
---|
Afbreking | nut·te·loos |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | nutteloos |
---|
Vergrotende trap | nuttelozer |
---|
Overtreffende trap | meest nutteloos |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | nutteloos | nuttelozer | (het) meest nutteloos, (het) meest nutteloose |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | nutteloze | nuttelozere | meest nutteloze |
---|
Onzijdig enkelvoud | nutteloos | nuttelozer | meest nutteloos |
---|
Meervoud | nutteloze | nuttelozere | meest nutteloze |
---|
Bepaald | nutteloze | nuttelozere | meest nutteloze |
---|
Partitief | nutteloos | nuttelozers | |
---|
Theologen zijn soms erger dan nutteloos.
Conan liet zijn nutteloze zwaard op de grond vallen, greep een zware bank beet en smeet die met alle kracht die in zijn armen zat naar zijn tegenstander.