Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aanleggen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Ook legde schipper Tito niet aan in de brede baai waar de rivier de Styx zijn geweldige watermassa in de oceaan uitstortte en de massieve zwarte burchten van Khemi dreigend oprezen boven het blauwe water.
alŝultrigi
🔗 Weer legde Morane aan en schoot.
;
take aim
ekceli
🔗 Enkelen legden reeds aan.
(installeren)
(bouwen);
🔗 We waren bezig een vliegveld voor jullie aan te leggen.
(aanmaken); ; ; ;
🔗 De vrouwen leggen het vuur aan.
(constructie);
🔗 En soms is het aanleggen van een ecoduct de beste oplossing.
(toepassen)
🔗 Hoe groot is de aangelegde spanning?
(wilsbeschikking)
predisposition
;
tendency
;
disposition
;
(ontwerp)
design
;
outline
;
sketch
;
storyboard
; ;
(begaafdheid; gave; talent);
disposition
;
talent
(bouw; constructie; opbouw)
construction
🔗 De voorbereidingen van de aanleg van de Maastunnel te Rotterdam zijn thans zover gevorderd dat dinsdag 15 juni met de eigenlijke bouw kan worden begtonnen.
(neerleggen; deponeren)
🔗 De doden werden aan de kant gelegd.
(stellen);
🔗 Forum voor Democratie‐leider Thierry Baudet legt de schuld van de Russische inval bij het Westen.

NederlandsEngels
aanleggen aim; apply; bait; berth; build; construct; fetch up; install; lay; lay on; lay out; lay upon; level; make; place; point; present; put in; stop; take aim; tie up
aanleggen op aim at; cover; level at; present at; take aim at
het aanleggen carry on; contrive; manage
het aanleggen met carry on with; hook; take up with
het erop aanleggen set out to
het erop aanleggen om straf te krijgen be bent upon getting punished
het handig aanleggen manage things cleverly
het verkeerd aanleggen set about it the wrong way
het zo aanleggen dat contrive to; manage to
het zuinig aanleggen be economical
leg aan! present!
aanleg aptitude; aptness; bent; capability; construction; disposition; genius; grounds; installation; instance; lay‐out; laying; laying out; predisposition; talent; tendency; turn
leggen apply; deposit; embed; join; lay; lodge; place; put; set; stow