English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word put to expense

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
expense
(charge; cost)
;
expense
(charge; expenditure; outlay)
uitgaaf
;
(lay down; place; set); ; ; ;
(articulate; state; utter; voice);
(express; register);
(place);
🔗 Its aim may be to put more pressure on the EU and the US to stop supporting Ukrainian resistance to its military aggression.

EnglishDutch
put to expense op kosten jagen
expense kosten; moeite; onkosten; tering; uitgaaf; uitgave
put bergen; brengen; doen; geven; in stemming brengen; inspannen; leggen; onder woorden brengen; plaatsen; slaan; spannen; steken; stellen; stoppen; uitdrukken; vastzetten; verwoorden; voorstellen; zeggen; zetten