Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onkosten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kosten);
expense
🔗 Het kostte hun twaalf pond per dag, maar de Saint was niet van plan deze onkosten zelf te betalen.
🔗 Wat kosten die?
(onkosten);
expense
🔗 De neiging bestaat echter om wegkwijnende dorpen en steden koste wat het kost in stand te houden.

DutchEnglish
onkosten charge; charges; costs; expense; expenses; outgoings; outlay
onkosten maken incur expenses
kosten cost; costs; expense; outgoings; outlay; take; expenses
onkostendeclaratie expense claim; statement of expenses
onkostennota note of charges
onkostenrekening expense account
onkostenvergoeding expense allowance