Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word brengen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Breng hem naar een dokter. | ||
(aanbrengen; aandragen; bezorgen) | ; | |
🔗 Jongmens, breng ons nog wat wijn! | ||
(geleiden; leiden; voeren) | ; | |
🔗 Ik werd naar het terras gebracht. | ||
(doen; indienen; voorstellen; inbrengen) | constitute ; ; ; ; ; ; reenact ; ; represent ; ; ; serve up | |
🔗 De televisie zal het brengen als het sprookje van een tevreden natie, verenigd onder de nieuwe koning. | ||
aan de gang brengen | set going | ekfunkcii |
(opduikelen; te voorschijn halen; te voorschijn brengen) | elicit | |
🔗 Onderzoek na een aanval brengt doorgaans geen fysieke oorzaak aan het licht. | ||
🔗 Breng je vanavond een bezoek aan ons? | ||
ertoe brengen | ||
in omloop brengen (laten circuleren; laten rondgaan) | circulate | |
in omloop brengen (uitgeven) | ||
🔗 Zijn opmerking leek de kluizenaar in verlegenheid te brengen. | ||
naar voren brengen | ; put forward | |
(laten springen) | ||
🔗 De explosieven zijn ter plaatse tot ontploffing gebracht. | ||
(aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden) | ; | |
🔗 De grijsaard die op de bok zat, bracht het voertuig bij de poort tot staan en klom moeilijk naar beneden. | ||
(aandragen; brengen) | ||
🔗 Zodoende werden er dagelijks niet meer dan gemiddeld drie aangebracht, terwijl gerekend was op minstens tien. | ||
(aangeven) | denounce | |
(aanpassen) | ||
(opbrengen) | ||
🔗 Ik breng uw huisnummer aan. | ||
(brengen; voorleiden) | ; | |
🔗 Waar zou hij anders worden heengebracht? | ||
(indienen; vertonen; brengen) | constitute ; ; ; ; ; ; reenact ; ; represent ; ; ; serve up | |
🔗 Er was evenveel voor als tegen deze beide plannen in te brengen. | ||
(meebrengen) | ||
🔗 Hij zal ze zondag medebrengen. | ||
(meebrengen) | convene ; take along | |
(medebrengen) | bring along ; | |
🔗 Ik heb dit voor je meegebracht. | ||
(medebrengen) | convene ; take along | |
🔗 Daarom heb ik een metgezel voor jullie meegebracht. | ||
(afmaken; doden; doodmaken; om het leven brengen; van kant maken) | ||
🔗 Waarom kun je de soldaten in de toren niet op dezelfde manier ombrengen? | ||
(geven) | ||
🔗 Wat moet die steen opbrengen? | ||
(afwerpen; opleveren; voortbrengen; produceren) | ; | |
🔗 Een sterkere had de nederigheid daartoe niet opgebracht. | ||
kovri per | ||
(aanbrengen) | ||
(distribueren; verdelen) | distribute | |
tenuitvoerbrenging (tenuitvoerlegging) | execution | |
tenuitvoerbrenging (tenuitvoerlegging) | execution | |
terdoodbrenging (executie; terechtstelling) | ||
(beredderen; opredderen; opruimen; redderen; regelen; ruimen; schikken; sorteren) | ; categorize ; collate ; ; put in order ; ; ; clean up | |
(herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen) | ||
🔗 Frankrijk heeft zijn tekort de afgelopen jaren vooral met hogere belastingen teruggebracht. | ||
bring back | ||
🔗 Ze brengen haar wel terug als ze haar verkracht hebben. | ||
; | ||
(aanrichten; berokkenen; veroorzaken; ten gevolge hebben; zorgen voor; bezorgen) | ; provoke | |
🔗 Ineens bracht dat een verandering teweeg. | ||
(ter wereld brengen; voortbrengen) | ; give birth to ; ; beget ; | |
; provoke | ||
(identificeren) | ||
🔗 Zoals gewoonlijk kon Reith niet thuisbrengen wat hij at, en stelde er geen prijs op het te weten. | ||
(geven) | ||
(aangaan; doen; sluiten) | ||
🔗 Je hebt mij een wond toegebracht die tot het einde der tijden niet zal helen. | ||
(slaken; uitstoten) | ; ; | |
🔗 En hoewel hij niet in staat was een behoorlijk woord uit te brengen, wilde hij nu Tom Poes een streng verhoor afnemen. | ||
(uitgeven) | ||
🔗 Als uitgevers merken dat een nieuw idee de ronde doet, dan kunnen ze proberen daar zo snel mogelijk een boek over uit te brengen om de concurrentie voor te zijn. | ||
(aangeven; geven) | ||
🔗 Mag een kiezer zijn stem uitbrengen met een verlopen identiteitsbewijs? | ||
finalize ; ; finish off | ||
🔗 Nog was nog niet alles volbracht. | ||
(baren; ter wereld brengen; teweegbrengen) | ||
(afwerpen; opbrengen; opleveren; produceren) | ; ; | |
(vooruitzetten) | ||
(bevorderen) | ||
bring away ; ; | forporti | |
🔗 En de wijnglazen, zijn die op een blad weggebracht? |
Dutch | English |
---|---|
brengen | bring; carry; convey; feature; fetch; land; lead; make; put; see; set; take; waft; win |
aan de gang brengen | start; set going |
aan de man brengen | marry off; peddle; sell |
aan het licht brengen | bring into the open; disclose; disinter; educe; elicit; reveal; unearth; show up; bring to light |
dit brengt ons niets verder | this gets us nowhere |
ertoe brengen | bring |
het gesprek brengen op | lead the conversation to the subject of |
het getal brengen op | raise the number to |
het tot niets brengen | come to nothing |
het zich te binnen brengen | call it to mind; recall it |
hij is er niet toe te brengen | he can’t be made to do it |
iemand aan het … brengen | make somebody … |
iemand ertoe brengen te | bring somebody to; persuade somebody to; get somebody to |
iemand op een idee brengen | suggest an idea to somebody |
iemand op iets brengen | get somebody on the subject; lead somebody up to something |
in omloop brengen | circulate; float; issue; utter; set going; put in circulation; spread |
in orde brengen | adjust; arrange; fix; fix up; make up; readjust; readjustment; red; redress; get right; put right; put to rights; set to rights; square; square up; settle; tune; tune up; set right |
in verlegenheid brengen | discomfit; disconcert; embarrass; gravel; show up; stump |
naar voren brengen | mention; weigh in with; put forward; advance |
op gang brengen | get going; prime; priming; set going; start |
tot bedaren brengen | steady; still; settle; calm; soothe; quiet; appease; assuage; tranquillize |
tot ontploffing brengen | explode; set off |
tot staan brengen | arrest; check; draw up; pull up; stop; bring to a stop |
tot wanhoop brengen | drive to despair |
aanbrengen | apply; bring; bring in; carry; delate; denounce; fit; fit on; fit up; fix; fix up; inform on; installation; introduce; let; make; place; put up; recruit; yield; touch in |
inbrengen | bring; bring in; exhibit; inject; object; raise; gather in |
medebrengen | bring along with one; bring; entail; carry |
meebrengen | bring; bring along; carry; entail; involve |
ombrengen | kill; destroy; dispatch; do to death |
opbrengen | apply; bring; bring in; bust; command; fetch; make out; pan out; produce; realize; rear; yield; seize; bring up; take to the police‐station; run in; pay; afford |
overeenbrengen | reconcile |
rondbrengen | distribute; take round; deliver |
tenuitvoerbrenging | execution |
terdoodbrenging | execution |
terugbrengen | bring back; reduce; restore; return; take back |
teweegbrengen | be productive of; bring about; bring to pass; create; effect; induce; inducement; operate; procure; produce; provoke; trigger; cause |
thuisbrengen | identify; place; see home |
toebrengen | catch; contribute; deal; deliver; delivery; fetch; inflict; infliction; plant; inflict upon; strike; do |
uitbrengen | bring out; cast; ejaculate; emit; get out; launch; let out; pronounce; propose; record; release; return; utter; run out; disclose; divulge; reveal |
volbrengen | accomplish; achieve; effectuate; execute; perform; fulfil |
voortbrengen | be productive of; bear; breed; bring forth; emit; engender; generate; grind out; grow; originate; procreate; produce; yield; bring on the carpet; put forward; bring up |
vooruitbrengen | advance; bring forward |
wegbrengen | remove; take off; walk off |