Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word touwtjespringen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
touwtje springen
skip rope
;
ŝnursalti
(barsten; bersten; openbarsten; scheuren)
;
(scheuren)
(ontploffen; exploderen)
🔗 Dan zullen wij deze wand met dynamiet laten springen.
;
🔗 Ik sprong dus de struiken in.
(koordje)
🔗 De lantaarn had hij met een touwtje om zijn hals gehangen.

DutchEnglish
touwtjespringen skipping
springen blow out; blow‐out; bolt; bounce; bound; break; burst; caper; cavort; crack; explode; explosion; fly apart; frisk; gambol; hop; jump; leap; spring; start; rupture; saltation; skip; snap; chap; spout; go smash
touwtje string; piece of string; bit of string