Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word loopnummer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stromen; vlieten; vloeien)
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep.
🔗 Elak vermande zich en liep het water in.
(gaan; te voet gaan)
piediri
(stappen; treden; benen)
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten.
(tippelen; wandelen)
go for a walk
;
stroll
;
take the air
(numero);
🔗 Heb je zijn nummer opgenomen?
🔗 „Dit nummer is niet meer in gebruik”, was het enige antwoord dat hij kreeg.

DutchEnglish
loopnummer running event
loopnummers track events
lopen bear; course; gait; go; hoof it; range; tread; walk; run; running; travel; trend; walking; water
nummer act; bit; copy; cut; event; issue; item; number; publication; track; routine; stunt; turn; turnout; lot