Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa varen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(navigeren)
navegar
navegar
helecho
encontrarse
;
estar de salud
elecho
;
felce
;
helecho águila
entrar
(aflopen; gaan door)
atravesar
;
recorrer
polipodio
helecho acuático
;
helecho florido
;
helecho real
(uitlopen)
salir
vaarboom
(boom)
bichero
vaargeul
(geul; kil)
canal
(boot; schip)
barco
;
embarcación
;
nave
(zeeman)
marinero
(janmaat; zeeman; zeevaarder; varensgast)
marinero
(inhalen; passeren; voorbijrijden)
adelantar
(doorgaan met; onderhóúden; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortgaan met; laten voortduren)
continuar
(afrijden; uitlopen; uitvaren; wegrijden)
salir
(bloeien; floreren; gedijen; tieren; vooruitkomen)
prosperar
(zeeman)
marinero