Información sobre la palabra varensgast (neerlandés → Esperanto: maristo)

Sinónimos: janmaat, varensgezel, zeeman, zeevaarder

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ˈvaːrənsxɑst/
Separaciónva·rens·gast
Géneromasculino
Pluralvarensgasten

Muestras de uso

De varensgast nam het pijpje uit de mond, blies een dikke rookwolk weg, sloeg het glaasje brandewijn dat hij voor zich had staan in één teug naar binnen en vroeg mij na deze voorbereiding waarom ik mij niet bediend had van het mes dat voor mij stond.

Traducciones

afrikáansseevaarder
alemánSeemann; Matrose
bajo sajónseyvårder
catalánmariner
checonámořník
danéssømand
españolmarinero
esperantomaristo; marveturisto
feroéssjómaður
francésmarin
frisón de SaterlandFoarensmon; Seemon
frisón occidentalseeman
gaélico escocésseòladair
galésllongwr
griegoναυτικός
ingléssailor
inglés antiguoflota; lidmann
islandésháseti
italianomarinaio
latínnauta
noruegosjømann
papiamentomarinero; nabegante
portuguésmarinheiro
suecosjöman
turcobahriyeli