Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa vangen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vatten)
atrapar
;
capturar
(beginnen; ingaan; ertoe overgaan; een aanvang nemen; inzetten)
comenzar
;
empezar
;
principiar
(aanvaarden; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten)
comenzar
(bajes; nor; lik; pot; bak)
cárcel
;
prisión
(bajes; nor; lik; pot; bak)
cárcel
;
prisión
cobrar
;
embolsar
enspezi
(concipiëren)
concebir
(bekomen; genieten; krijgen)
obtener
;
recibir
(aannemen; aanvaarden; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen)
aceptar
;
acoger
;
admitir
;
recibir
;
tomar
(beetkrijgen; pakken; vangen; vatten)
atrapar
;
capturar
(tentakel)
tentáculo
(buit)
botín
;
presa
(buit; gevangenneming)
botín
;
presa