Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord clean
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(cleanse; make clean; purge; launder; purify) | ; | |
🔗 He did not see how they could ever clean the house well enough for it to be lived in again. | ||
; | ||
🔗 And the truth of the matter—the truth that sets people free—is that we really can have a clean conscience. | ||
🔗 And her hands were clean. | ||
clean up (arrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort) | ||
cleaner | zuiveraar | |
cleaning (laundering; washing; ablution) | spoeling ; ; wassing | |
cleaning (laundering; purification; abstersion) | ||
cleanness (cleanliness; purity) | ; zindelijkheid ; | |
unclean (filthy; soiled; nasty) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
clean | ⇆ afdoen; ⇆ afnemen; ⇆ beurt; ⇆ clean; ⇆ glad; ⇆ gladweg; ⇆ helemaal; ⇆ net; ⇆ netjes; ⇆ onschuldig; ⇆ opdoffen; ⇆ oppoetsen; ⇆ opstrijken; ⇆ poetsen; ⇆ proper; ⇆ rein; ⇆ reinigen; ⇆ scherp; ⇆ schoon; ⇆ schoonmaak; ⇆ schoonmaakbeurt; ⇆ schoonmaken; ⇆ totaal; ⇆ uithalen; ⇆ vlak; ⇆ vlekkeloos; ⇆ welgevormd; ⇆ zindelijk; ⇆ zuiver; ⇆ zuiveren |
a new broom sweeps clean | ⇆ nieuwe bezems vegen schoon |
be clean | ⇆ een blanco strafblad hebben; ⇆ geen drugs gebruiken |
clean linen | ⇆ schone was |
clean out | ⇆ blut spelen; ⇆ leeghalen; ⇆ schoonmaken; ⇆ uitmesten |
clean somebody out | ⇆ iemand blut maken |
clean up | ⇆ opknappen; ⇆ opruimen; ⇆ opschonen; ⇆ saneren; ⇆ schoonmaak houden; ⇆ schoonmaak houden in |
come clean | ⇆ alles eerlijk opbiechten |
have a clean record | ⇆ een blanco strafregister hebben; ⇆ een schoon strafblad hebben |
keep one’s nose clean | ⇆ zich gedeisd houden |
make a clean breast | ⇆ een volledige bekentenis afleggen; ⇆ eerlijk opbiechten |
make a clean breast of it | ⇆ alles eerlijk opbiechten |
make a clean sweep | ⇆ alle prijzen in de wacht slepen; ⇆ grote schoonmaak houden; ⇆ opruiming houden; ⇆ schoon schip maken |
make a clean sweep of it | ⇆ schoon schip maken |
show a clean pair of heels | ⇆ zijn hielen laten zien |
squeaky clean | ⇆ brandschoon |
clean‐cut | ⇆ helder; ⇆ netjes; ⇆ scherp omlijnd |
cleaner | ⇆ kuisvrouw; ⇆ poetser; ⇆ reiniger; ⇆ reinigster; ⇆ schoonmaakster; ⇆ schoonmaker; ⇆ stofzuiger |
cleaning | ⇆ reiniging; ⇆ schoonmaak; ⇆ schoonmaakbeurt; ⇆ schoonmaken |
cleanly | ⇆ kuis; ⇆ rein; ⇆ schoon; ⇆ zindelijk; ⇆ zuiver |
cleanness | ⇆ helderheid; ⇆ netheid; ⇆ properheid; ⇆ reinheid; ⇆ zindelijkheid; ⇆ zuiverheid |
clean‐shaven | ⇆ gladgeschoren |
clean‐up | ⇆ opruiming; ⇆ sanering; ⇆ schoonmaak; ⇆ schoonmaakbeurt |
dry‐clean | ⇆ chemisch reinigen; ⇆ stomen; ⇆ uitstomen |
spring‐clean | ⇆ grote schoonmaak houden; ⇆ voorjaarsschoonmaak houden |
unclean | ⇆ onrein; ⇆ vuil |