Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord cast
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(shed; unseat) | elseligi | |
(mould) | ; | |
(throw; pitch; toss) | ||
🔗 He cast his mind across the possibilities. | ||
(found) | ||
; | ||
(give; yive) | ||
🔗 It still seems unlikely that Republican state legislators would simply ignore hundreds of thousands of votes cast for Biden and nominate electors loyal to Trump. | ||
cast off | detriki | |
cast off (fling off; throw off; fling down) | ||
cast up (add; add up; tot up) | ||
cast‐off |
Engels | Nederlands |
---|---|
cast | ⇆ aard; ⇆ afdanken; ⇆ afgieten; ⇆ afgietsel; ⇆ afwerpen; ⇆ bezetten; ⇆ bezetting; ⇆ biggen; ⇆ cast; ⇆ casten; ⇆ gegoten; ⇆ giet‐; ⇆ gieten; ⇆ gietvorm; ⇆ gipsverband; ⇆ gooi; ⇆ kromtrekken; ⇆ model; ⇆ neerwerpen; ⇆ pleistermodel; ⇆ rolbezetting; ⇆ rolverdeling; ⇆ soort; ⇆ spelers; ⇆ tikje; ⇆ tint; ⇆ tintje; ⇆ type; ⇆ uitbrengen; ⇆ uitwerpen; ⇆ veroordelen; ⇆ vorm; ⇆ wenden; ⇆ werpen; ⇆ worp |
be cast as | ⇆ de rol van … toebedeeld krijgen |
be cast away | ⇆ verongelukken |
cast accounts | ⇆ de rekening opmaken |
cast a horoscope | ⇆ een horoscoop trekken |
cast aside | ⇆ aan de kant zetten; ⇆ ter zijde gooien; ⇆ weggooiem |
cast a slur on | ⇆ een blaam werpen op; ⇆ een smet werpen op |
cast a spell on | ⇆ betoveren; ⇆ fascineren |
cast away | ⇆ verkwisten; ⇆ wegwerpen |
cast back | ⇆ teruggaan |
cast back to | ⇆ teruggaan naar |
cast down | ⇆ neerslaan; ⇆ neerwerpen; ⇆ terneergeslagen; ⇆ terneerslaan |
cast in costs | ⇆ in de kosten verwijzen |
cast in one’s lot with | ⇆ het lot delen van; ⇆ het lot willen delen van; ⇆ zich aan de zijde scharen van |
cast in the same mould | ⇆ op dezelfde leest schoeien; ⇆ uit hetzelfde hout gesneden; ⇆ van hetzelfde type |
cast light on | ⇆ duidelijk maken; ⇆ licht werpen op |
cast loose | ⇆ losgooien |
cast lots | ⇆ loten |
cast off | ⇆ afdanken; ⇆ afhechten; ⇆ afkanten; ⇆ afwerpen; ⇆ de omvang berekenen; ⇆ losgooien; ⇆ loslaten; ⇆ verstoten |
cast on | ⇆ opzetten |
cast oneself on | ⇆ een beroep doen op; ⇆ zich overgeven aan |
cast one’s mind back to | ⇆ zich herinneren |
cast one’s vote | ⇆ zijn stem uitbrengen |
cast out | ⇆ uitdrijven; ⇆ uitwerpen; ⇆ verjagen |
cast shadow | ⇆ slagschaduw |
cast somebody’s horoscope | ⇆ iemands horoscoop trekken |
cast somebody’s nativity | ⇆ iemands horoscoop trekken |
cast something in somebody’s teeth | ⇆ iemand iets onder de neus wrijven; ⇆ iemand iets voor de voeten werpen |
cast up | ⇆ opslaan; ⇆ optellen; ⇆ opwerpen |
cast work | ⇆ gietwerk |
have a cast in one’s eye | ⇆ loensen |
plaster cast | ⇆ gipsafdruk; ⇆ gipsafgietsel; ⇆ gipsmodel; ⇆ gipsverband |
caster | ⇆ gieter; ⇆ kaartlegger; ⇆ kaartlegster; ⇆ rekenaar; ⇆ rolletje; ⇆ strooibus; ⇆ strooier; ⇆ werper |
cast‐iron | ⇆ gietijzer; ⇆ gietijzeren; ⇆ hard; ⇆ ijzersterk; ⇆ vast |
cast‐off | ⇆ afdankertje; ⇆ afgedankt; ⇆ aflegger; ⇆ afleggertje |
cast‐steel | ⇆ gietstaal |
downcast | ⇆ neergeslagen; ⇆ neerslachtig; ⇆ terneergeslagen |
miscast | ⇆ een niet passende rol geven; ⇆ een verkeerde rolbezetting kiezen; ⇆ foutief opstellen |
mole‐cast | ⇆ molshoop |
news‐cast | ⇆ journaal; ⇆ nieuwsuitzending; ⇆ radionieuwsdienst |
recast | ⇆ de rollen opnieuw verdelen van; ⇆ omgieten; ⇆ omwerken; ⇆ omwerking; ⇆ opnieuw berekenen; ⇆ opnieuw bewerken; ⇆ opnieuw gieten; ⇆ opnieuw vormen |
roughcast | ⇆ berapen; ⇆ betraping; ⇆ eerste ontwerp; ⇆ in ruwe trekken aangeven; ⇆ kalken; ⇆ ruw; ⇆ ruwe pleisterkalk; ⇆ ruwe schets |
stone’s‐cast | ⇆ steenworp |
upcast | ⇆ naar boven gericht; ⇆ naar boven geworpen; ⇆ omhoog werpen; ⇆ opwaartse verschuiving; ⇆ ventilatieschacht |