English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word put together

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
put together
(build; compose; construct; draught; combine; assemble)
kunmeti
(lay down; place; set); ; ; ;
(articulate; state; utter; voice);
(express; register);
(place);
🔗 Its aim may be to put more pressure on the EU and the US to stop supporting Ukrainian resistance to its military aggression.
(jointly); ; ; ; ;
🔗 Did you think a few hours ago that you would ever be together again?

EnglishDutch
put together aaneenvoegen; bijeenpakken; in elkaar knutselen; in elkaar zetten; samendoen; samenstellen; samenvoegen; verzamelen
put bergen; brengen; doen; geven; in stemming brengen; inspannen; leggen; onder woorden brengen; plaatsen; slaan; spannen; steken; stellen; stoppen; uitdrukken; vastzetten; verwoorden; voorstellen; zeggen; zetten
together aan elkaar; aaneen; achtereen; bij elkaar; bijeen; gelijk; gemeenschappelijk; gezamenlijk; met elkaar; onderling; opeen; saam; samen; tegelijk; tegen elkaar; tezamen