English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word put this and that together

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
put (lay down; place; set)	doen ; plaatsen ; steken ; stoppen ; zetten	meti
put (articulate; state; utter; voice)	uitdrukken ; verwoorden	eldiri
put (express; register)	uitdrukken ; verwoorden	esprimi
put (place)	stellen ; leggen	meti
🔗 Its aim may be to put more pressure on the EU and the US to stop supporting Ukrainian resistance to its military aggression.
that	dat	ke
🔗 I can see that they are men.
that	dat ; datgene	tio
🔗 Those are my clothes!
that (what; which)	wat	kio
that (who; which)	die	kiu
🔗 This is change that Britain does not fear, but that we welcome and embrace.
that	die	tiu
🔗 I do not like that man.
that (so; so that)	opdat	por ke
🔗 Study then well, that you will know them.
this (this one)	deze	tiu ĉi
🔗 This you must take from him and bring to me.
this	navolgend	jena
this	deze	tiu ĉi
🔗 Vladimir Putin started this war.
this	dit	tio ĉi
🔗 This is the place.

English	Dutch
put this and that together	⇆ het ene met het andere in verband brengen
put	⇆ bergen; ⇆ brengen; ⇆ doen; ⇆ geven; ⇆ in stemming brengen; ⇆ inspannen; ⇆ leggen; ⇆ onder woorden brengen; ⇆ plaatsen; ⇆ slaan; ⇆ spannen; ⇆ steken; ⇆ stellen; ⇆ stoppen; ⇆ uitdrukken; ⇆ vastzetten; ⇆ verwoorden; ⇆ voorstellen; ⇆ zeggen; ⇆ zetten
that	⇆ dat; ⇆ datgene; ⇆ dewelke; ⇆ die; ⇆ gene; ⇆ iets; ⇆ opdat; ⇆ wat; ⇆ welke; ⇆ zo
this	⇆ dat; ⇆ deze; ⇆ die; ⇆ dit