English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word put off with talk
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(lay down; place; set) | ; ; ; ; | |
(articulate; state; utter; voice) | ; | |
(express; register) | ; | |
(place) | ; | |
🔗 Its aim may be to put more pressure on the EU and the US to stop supporting Ukrainian resistance to its military aggression. | ||
(speech; discourse; talking; speaking) | ||
(causerie) | kozerio | |
(speak) | ; | |
🔗 Who are you talking to? |
English | Dutch |
---|---|
put off with talk | ⇆ met mooie praatjes afschepen |
put | ⇆ bergen; ⇆ brengen; ⇆ doen; ⇆ geven; ⇆ in stemming brengen; ⇆ inspannen; ⇆ leggen; ⇆ onder woorden brengen; ⇆ plaatsen; ⇆ slaan; ⇆ spannen; ⇆ steken; ⇆ stellen; ⇆ stoppen; ⇆ uitdrukken; ⇆ vastzetten; ⇆ verwoorden; ⇆ voorstellen; ⇆ zeggen; ⇆ zetten |
talk | ⇆ bespreking; ⇆ causerie; ⇆ conversatie; ⇆ discussie; ⇆ gepraat; ⇆ geroddel; ⇆ gesprek; ⇆ het hebben over; ⇆ kout; ⇆ kouten; ⇆ onderhoud; ⇆ praat; ⇆ praatje; ⇆ praats; ⇆ praten; ⇆ redekavelen; ⇆ roddelen; ⇆ smoezen; ⇆ spreken; ⇆ spreken over; ⇆ toespraak |