Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tochtgat

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
tochtgat
(hol; holte)
cavity
(achterste; achterwerk)
🔗 De ene wachter trok aan een koord dat uit een gat in de muur hing.
excursion
;
outing
;
sightseeing trip
;
🔗 Het was een heerlijke tocht.
(trek)
(reis);
🔗 We hebben genoeg mondvoorraad voor een korte tocht.

DutchEnglish
tochtgat air‐hole; vent‐hole
gat arse; arsehole; ass; asshole; cavity; dent; dint; dump; gap; hole; hole of a place; pot‐hole; the back of beyond; scuttle; stop; opening; bottom
tocht air; draught; journey; march; progress; trek; wind; expedition; voyage