Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schenkkurk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De aap pakte de fles van tafel, stopte er behendig de kurk in en verdween.
(gieten; plengen; storten)
🔗 Hij schonk wijn.
; ;
🔗 Ik schenk ze u met mijn welgemeende complimenten.
(geven)
🔗 Zij schonk haar echtgenoot twee zonen en vier dochters.

DutchEnglish
schenkkurk cork for pouring out
kurk cork
schenken bestow; collate; confer; donate; excuse; give; grant; pour; pour out; serve; present with; let off; bear; serve drinks