Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word nummerschijf

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(numero);
🔗 Heb je zijn nummer opgenomen?
🔗 „Dit nummer is niet meer in gebruik”, was het enige antwoord dat hij kreeg.
(schietschijf)
(katrolschijf)
pulley
(moot; plak; snee; sneetje)
🔗 Jaarlijks worden ongeveer 540 miljoen harde schijven verkocht.

DutchEnglish
nummerschijf dial
nummer act; bit; copy; cut; event; issue; item; number; publication; track; routine; stunt; turn; turnout; lot
schijf dial; disc; man; slice; sheave; wheel; target; drawing; draw