Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afblijven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
afblijven van
keep one’s hands off
ne tuŝi
‐adi
🔗 Zij bleven een ogenblik staan, van schrik blijkbaar.
(rusten; toeven; verblijven; zich ophouden); ; ; ; ;
🔗 Blijft u lang?
; ;
🔗 Ondanks de terugtrekking blijft de regio Cherson Russisch, beweerde het Kremlin.

DutchEnglish
afblijven van keep off; keep one’s hand off; leave alone; let be
van iemand afblijven keep one’s hand of somebody
van iets afblijven let something alone; leave something alone
blijven bide; continue; endure; go; hang on; keep; persist; remain; rest; stay; stand; stay on; stick; stop; tarry; be left; continue to; sit out

The word afblijven could not be translated into the selected target language by us.