Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord starten
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanslaan) | starti | |
🔗 De auto wilde niet starten. | ||
startigi | ||
🔗 Hij startte zijn auto en volgde op veilige afstand. | ||
(aanvangen; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; een begin maken met) | ||
🔗 De politie in Geldrop is een onderzoek gestart nadat een auto in de nacht van zondag op maandag is ontploft. | ||
(begin) | ||
🔗 Charkiv wordt al sinds de start van de Russische invasie continu aangevallen. | ||
🔗 Ik houd mijn blik gevestigd op de rand van de startbaan. | ||
starter |
Nederlands | Engels |
---|---|
starten | ⇆ kick off; ⇆ spark; ⇆ start; ⇆ start up; ⇆ take off |
doorstarten | ⇆ relaunch |
herstarten | ⇆ relaunch |
opstarten | ⇆ start up |
start | ⇆ blast‐off; ⇆ lead‐off; ⇆ lift‐off; ⇆ start; ⇆ take‐off |
startbaan | ⇆ runway |
startblok | ⇆ starting block |
startend | ⇆ starting |
starter | ⇆ starter |
startgeld | ⇆ entry fee |
startklaar | ⇆ ready to start |
startknop | ⇆ starter button |
startlijn | ⇆ starting‐post; ⇆ starting line |
startmotor | ⇆ starter‐motor; ⇆ starting motor |
startpunt | ⇆ jumping‐off point; ⇆ starting place; ⇆ take‐off point; ⇆ start place |
startteken | ⇆ starting signal |