Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord over …
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(above; more than; north of; upwards of) | ; meer dan ; | |
🔗 No adverse effects were found in heavy coffee drinkers aged over 55. | ||
(above; beyond; up) | ; | |
(at; by; on; upon; to) | ||
(about; concerning; for; of; regarding; after; on; with; upon; in; as to; into; toward) | ; ; | |
🔗 On July 29, Michigan declared a state of emergency over Parchment’s water. | ||
(across; beyond; on the other side of; to the other side of; on this other side of) | ; | |
🔗 People cried out from every side, men and women shouting over one another. | ||
(last; past; passed) | ; ; ; | |
🔗 It’s over. | ||
(during; at; for; by) | ; | |
🔗 The rain also caused widespread travel disruption over the weekend. | ||
bij ons ; te onzent | ĉe ni | |
(yonder) | ; ; | |
🔗 Sit over there. | ||
(besides; as for the rest; further; furthermore) | ; | |
moreover | ; | aliparte |
overabundance | ; ; ; teveel | |
overawe (astonish; astound) | versteld doen staan | miregigi |
overcoat (coat; greatcoat) | ; | |
overconfident | facilriska | |
overdose | trodozo | |
overdue (back; outstanding; unpaid) | nepagita | |
overdue (late; tardy; belated) | ; vergevorderd | |
overdue | ||
(overvalue) | trotaksi | |
🔗 I think you overestimate their chances. | ||
overflow | superflui | |
overflow (flood; inundate) | ||
(come out of its banks) | buiten de oevers treden ; buiten zijn oevers treden | |
🔗 Antique silver vases four feet tall overflowed with white roses. | ||
overground (above‐ground; overhead; airy; aerial) | ||
(above; on top; up; aloft; at the top) | ; ; | |
🔗 From overhead, from Tam’s bedroom, came a scraping, as of something being dragged across the floor. | ||
(above‐ground; overground; airy; aerial) | ||
overjoyed | superfeliĉa | |
overload (overburden) | ; | troŝarĝi |
(leave out; omit; skip; miss) | ; ; ; ; | |
achteloos voorbijgaan aan ; geen aandacht schenken aan | ||
(neglect) | pretervidi | |
🔗 This separating layer may easily be overlooked. | ||
overlord | ĉefmastro | |
overpopulated (overcrowded) | ||
overpower (prevail over) | ||
overpower (usurp) | uzurpi | |
overripe | putreta | |
overrun (invade; encroach; raid) | ; ; | |
oversee (audit; check; supervise; collate; moderate; review; examine; vet) | ; ; ; ; | |
trosentema | ||
🔗 Perhaps I am over‐sensitive, but it seems that our relationship has not flowed as gracefully as I had hoped. | ||
overshadow (cast a shadow; cast a shadow on) | ; | |
overshoe (galosh) | ||
overshoot (pass; pass by; bypass; overtake) | ; ; ; ; | |
oversight (check; scrutiny; verification; supervision) | ; | |
oversight (omission) | verzuim | |
(exaggerate) | ||
🔗 African leaders, meanwhile, threw all caution to the wind, needlessly, and gave Russia’s president Vladimir Putin an undeserved platform to overstate his country’s contemporary significance to Africa. | ||
overstep (step across; cross; exceed) | ||
overtax (use up; wear out) | ; ; ; | |
overtax | ; misbruik maken van | trouzi |
overthrow (subversion; felling) | ||
overturn (turn; turn over; upset; capsize; subvert; up‐end) | ; ; | |
overturn (turn over; capsize) | ; ; ; | |
overvalue (overestimate) | trotaksi | |
overweight (obeseness; obesity) |
Engels | Nederlands |
---|---|
over … | ⇆ door … heen |
over | ⇆ aangaande; ⇆ achter de rug; ⇆ afgelopen; ⇆ bij; ⇆ boven; ⇆ daarboven; ⇆ gedurende; ⇆ in de loop der; ⇆ in verband met; ⇆ inzake; ⇆ meer dan; ⇆ naar aanleiding van; ⇆ omver; ⇆ onder het genot van; ⇆ opnieuw; ⇆ over; ⇆ over … heen; ⇆ uit; ⇆ voorbij |
all over | ⇆ door heel; ⇆ geheel en al; ⇆ helemaal; ⇆ op‐en‐top; ⇆ ten voeten uit; ⇆ totaal; ⇆ van boven tot onder; ⇆ van het hoofd tot de voeten; ⇆ van onder tot boven; ⇆ van top tot teen |
all over the world | ⇆ over de hele wereld |
all the world over | ⇆ over de hele wereld |
be all over | ⇆ weg zijn van |
he was a long time over | ⇆ hij deed er lang over |
it is all over with him | ⇆ het is met hem gedaan |
it’s all over | ⇆ het is afgelopen; ⇆ het is over; ⇆ het is voorbij |
it’s all over with | ⇆ het is gedaan met; ⇆ het is uit met |
it will soon be over with | ⇆ het zal gauw afgelopen zijn met |
not over well | ⇆ niet bijster |
over again | ⇆ nog een keer; ⇆ nog eens; ⇆ nogmaals; ⇆ overnieuw |
over against | ⇆ in tegenstelling met; ⇆ tegenover |
over a glass of … | ⇆ onder een glas … |
over and above | ⇆ behalve; ⇆ buiten |
over and again | ⇆ keer op keer; ⇆ telkens weer |
over and over | ⇆ keer op keer; ⇆ telkens weer |
over and over again | ⇆ tot vervelens toe; ⇆ uit en te na; ⇆ uit en ter na |
over here | ⇆ hierzo |
over in | ⇆ daar in; ⇆ daarginds in |
over there | ⇆ aan de overkant; ⇆ aan gindse kant; ⇆ daarginder; ⇆ daarginds; ⇆ daarzo; ⇆ ginder; ⇆ ginds |
over the telephone | ⇆ door de telefoon; ⇆ per telefoon; ⇆ telefonisch |
over the way | ⇆ aan de overkant; ⇆ aan gindse kant; ⇆ hierover; ⇆ hiertegenover; ⇆ hiervoor |
over the years | ⇆ door de jaren heen; ⇆ in de loop der jaren |
throw over | ⇆ aan de kant zetten |
twice over | ⇆ twee keer; ⇆ wel tweemaal |
call‐over | ⇆ afroepen der namen; ⇆ appél |
hangover | ⇆ kater; ⇆ overblijfsel |
moreover | ⇆ bovendien; ⇆ buitendien; ⇆ daarbij; ⇆ daarenboven; ⇆ overigens; ⇆ ten overvloede; ⇆ voorts |
overabundance | ⇆ overdaad |
overabundant | ⇆ overdadig |
overact | ⇆ chargeren; ⇆ overdríjven; ⇆ overtrékken |
overarch | ⇆ overkluizen; ⇆ overwelven |
overawe | ⇆ imponeren; ⇆ ontzag inboezemen |
overbalance | ⇆ het evenwicht doen verliezen; ⇆ het evenwicht verliezen; ⇆ meer wegen dan; ⇆ overschot; ⇆ overwicht |
overbid | ⇆ meer bieden dan; ⇆ overbieden; ⇆ overtreffen |
overboard | ⇆ overboord |
overboil | ⇆ overkoken |
overbold | ⇆ al te vrijmoedig |
overbuild | ⇆ te vol bouwen |
overbusy | ⇆ overdrúk |
overcharge | ⇆ overbelasten; ⇆ overbelasting; ⇆ overláden; ⇆ overvragen; ⇆ te veel berekenen; ⇆ teveel berekenen |
overcloud | ⇆ met wolken bedekken |
overcoat | ⇆ jas; ⇆ overjas; ⇆ vest |
overconfident | ⇆ overmoedig; ⇆ zelfgenoefzaam |
overcrow | ⇆ triomferen over; ⇆ victorie kraaien |
overcrowding | ⇆ overbevolking |
overdo | ⇆ afmatten; ⇆ overdríjven; ⇆ te gaar bakken; ⇆ te gaar braden; ⇆ te gaar koken; ⇆ te gaar roosteren; ⇆ te ver drijven |
overdose | ⇆ een overdosis geven; ⇆ een overdosis nemen; ⇆ overdosis; ⇆ te grote dosis |
overdraught | ⇆ overdispositie; ⇆ tekortsaldo |
overdraw | ⇆ chargeren; ⇆ overdisponeren; ⇆ overtrékken; ⇆ rood komen te staan |
overdress | ⇆ overkleed; ⇆ te formeel kleden; ⇆ te veel opschikken; ⇆ te zwierig kleden; ⇆ zich te formeel kleden; ⇆ zich te veel opschikken; ⇆ zich te zwierig kleden |
overdue | ⇆ achterstallig; ⇆ over de vervaldatum; ⇆ over tijd; ⇆ reeds lang noodzakelijk; ⇆ te laat |
overeat | ⇆ zich overeten |
overestimate | ⇆ overschatten; ⇆ overschatting; ⇆ te hoge schatting; ⇆ te hoog aanslaan; ⇆ te hoog schatten |
over‐excite | ⇆ overprikkelen |
over‐excited | ⇆ geëxalteerd |
over‐excitement | ⇆ overprikkeling; ⇆ overspánning |
overexert | ⇆ te zeer inspannen |
overexpenditure | ⇆ overbesteding |
overexpose | ⇆ overbelichten; ⇆ te lang belichten |
overexposure | ⇆ overbelichting |
over‐fatigued | ⇆ oververmoeid; ⇆ oververmoeidheid |
overfeed | ⇆ overvoeden; ⇆ zich overvoeden |
overflow | ⇆ overlaat; ⇆ overloop; ⇆ overstort; ⇆ overstroming; ⇆ overstrómen; ⇆ overvloeien; ⇆ stromen over; ⇆ teveel; ⇆ óverlopen; ⇆ óverstromen |
overfull | ⇆ overvol |
overgrowth | ⇆ te welige groei |
overhand | ⇆ bovenhands; ⇆ overhands |
over‐happy | ⇆ overgelukkig |
over‐hasty | ⇆ overhaastig; ⇆ voorbarig |
overhead | ⇆ algemene onkosten; ⇆ boven het hoofd; ⇆ bovengronds; ⇆ in de lucht; ⇆ overhead; ⇆ overheadkosten |
overheat | ⇆ oververhit raken; ⇆ oververhitten; ⇆ te heet maken; ⇆ te heet worden; ⇆ warm lopen |
overindulge | ⇆ te toegeeflijk zijn tegenover |
overindulgence | ⇆ verwennerij; ⇆ verwenning |
overjoyed | ⇆ dolblij; ⇆ in de wolken; ⇆ overgelukkig |
overkill | ⇆ overkill; ⇆ te veel van het goede |
overlabour | ⇆ overwérken; ⇆ te zorgvuldig bewerken |
overland | ⇆ over land; ⇆ over land gaand |
overleaf | ⇆ aan ommezij; ⇆ aan ommezijde |
overleap | ⇆ springen over |
overlie | ⇆ liggen over |
overlive | ⇆ ouder worden dan; ⇆ overleven |
overload | ⇆ overbelasten; ⇆ overbelasting; ⇆ overláden |
overlook | ⇆ door de vingers zien; ⇆ gadeslaan; ⇆ in het oog houden; ⇆ over het hoofd zien; ⇆ overzíén; ⇆ toezien op; ⇆ uitzicht hebben op; ⇆ uitzien op; ⇆ voorbijzien |
overlord | ⇆ opperheer |
overmaster | ⇆ overmeesteren |
overmatch | ⇆ overmánnen; ⇆ overtreffen; ⇆ te boven gaan; ⇆ te sterk zijn voor; ⇆ te sterke partij; ⇆ verslaan |
over‐measure | ⇆ overmaat |
overmuch | ⇆ al te zeer; ⇆ te zeer |
overnight | ⇆ de avond tevoren; ⇆ de nacht tevoren; ⇆ gedurende de nacht; ⇆ in één nacht; ⇆ ineens; ⇆ nachtelijk; ⇆ op stel en sprong; ⇆ plotseling; ⇆ één nacht durend |
over‐officious | ⇆ overbeleefd; ⇆ overgedienstig |
overpass | ⇆ ongelijkvloerse kruising; ⇆ over het hoofd zien; ⇆ overslaan; ⇆ oversteken; ⇆ viaduct; ⇆ voorbijgaan |
overpay | ⇆ een te hoog loon geven; ⇆ te hoog bezoldigen; ⇆ te veel betalen; ⇆ te veel uitbetalen |
overplus | ⇆ overschot |
overpopulated | ⇆ overbevolkt |
overpower | ⇆ overmannen; ⇆ overmeesteren; ⇆ overmánnen; ⇆ overstelpen; ⇆ overweldigen |
overpressure | ⇆ óverdruk |
overprint | ⇆ een te grote oplage drukken; ⇆ opdruk; ⇆ van een opdruk voorzien; ⇆ óverdruk |
overproduction | ⇆ overproductie |
overrate | ⇆ overschatten |
overreach | ⇆ te slim af zijn; ⇆ te veel hooi op zijn vork nemen; ⇆ verder reiken dan |
overripe | ⇆ beurs; ⇆ overrijp |
overrule | ⇆ overrulen; ⇆ overstémmen; ⇆ tenietdoen; ⇆ verwerpen |
overrun | ⇆ langer duren dan verwacht; ⇆ onder de voet lopen; ⇆ overgroeien; ⇆ overschrijden; ⇆ overspoelen; ⇆ overstelpen; ⇆ overstrómen; ⇆ óverlopen |
oversee | ⇆ toezicht houden over |
oversell | ⇆ bovenmatig aanprijzen; ⇆ meer verkopen dan geleverd kan worden |
over‐sensitive | ⇆ overgevoelig |
overshadow | ⇆ beschaduwen; ⇆ in de schaduw stellen; ⇆ overschaduwen; ⇆ verduisteren |
overshoe | ⇆ overschoen |
overshoot | ⇆ overheenschieten; ⇆ voorbijschieten |
overside | ⇆ overboord |
oversight | ⇆ onoplettendheid; ⇆ opzicht; ⇆ toezicht; ⇆ vergissing; ⇆ verzuim |
oversimplification | ⇆ simplisme |
oversize | ⇆ extra groot; ⇆ te groot |
oversleep | ⇆ zich verslapen |
overspend | ⇆ te veel uitgeven |
overspill | ⇆ teveel |
overspread | ⇆ overdekken; ⇆ zich verspreiden over |
overstaffed | ⇆ overbezet |
overstate | ⇆ overdríjven; ⇆ te hoog opgeven |
overstay | ⇆ langer blijven dan; ⇆ te lang blijven |
oversteer | ⇆ overstúren |
overstep | ⇆ overschrijden; ⇆ te buiten gaan |
overstock | ⇆ een te grote voorraad aanleggen; ⇆ overláden; ⇆ overvóéren; ⇆ te grote voorraad |
overstrain | ⇆ overspannen; ⇆ overspánning; ⇆ te zeer inspannen; ⇆ te zeer spannen |
overstrung | ⇆ kruissnarig; ⇆ overspannen |
overtax | ⇆ al te zwaar belasten; ⇆ overbelasten; ⇆ te veel vergen van |
overthrow | ⇆ nederlaag; ⇆ omverwerpen; ⇆ omverwerping; ⇆ omwerpen; ⇆ ondersteboven gooien; ⇆ overhoop werpen; ⇆ ten val brengen; ⇆ val |
overtime | ⇆ overuren; ⇆ overwerk; ⇆ overwerkuren; ⇆ verlenging |
overtired | ⇆ oververmoeid |
overtop | ⇆ overtreffen; ⇆ uitgroeien boven; ⇆ uitrijzen boven; ⇆ uitsteken boven |
overtrump | ⇆ overtroeven; ⇆ troeven |
overturn | ⇆ kantelen; ⇆ omgooien; ⇆ omkantelen; ⇆ omslaan; ⇆ omsmijten; ⇆ omstoten; ⇆ omvallen; ⇆ omvergooien; ⇆ omverstoten; ⇆ omverwerpen; ⇆ omwerpen; ⇆ te gronde richten; ⇆ tenietdoen |
overvalue | ⇆ overwaarderen; ⇆ te hoog schatten |
overweight | ⇆ overbelasten; ⇆ overgewicht; ⇆ overwicht; ⇆ te veel benadrukken; ⇆ te veel gewicht toekennen aan; ⇆ te zwaar |
overwork | ⇆ overwerk; ⇆ overwérken; ⇆ te grote inspanning; ⇆ te hard laten werken; ⇆ uitputten; ⇆ zich overwerken |
overwrought | ⇆ overláden; ⇆ overspannen |
overzealous | ⇆ overijverig |
slipover | ⇆ slipover; ⇆ slip‐over |