English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word register one’s name

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
name (appellation; denomination)	naam	nomo
🔗 Names coming from people are limited to the deceased.
name (call; dub; term)	noemen	nomi
name (fame; renown; kudos; repute)	beroemdheid ; faam ; vermaardheid ; bekendheid	renomo
name	noemen	nomi
🔗 It was Dalrymple who named the strait after Torres.
name (call)	noemen	nomi
name	benaming ; naam	nomo
name	benoemen ; noemen	nomi
🔗 There are so many that I can’t name them all.
name	noemen	citi
register	aangeven	enregistrigi
register	aangeven	enskribigi
register (record; enrol; keep)	aantekenen ; boeken ; inschrijven ; registreren	registri
register (record; account book; inventory)	register ; legger	registro
register (express; put)	uitdrukken	esprimi
register (roll; registration number)	kenteken ; namenlijst ; stamboek	matrikulo
register	register	registro
register (processor register)	register	reĝistro

English	Dutch
register one’s name	⇆ zich laten inschrijven
name	⇆ benaming; ⇆ benoemen; ⇆ dopen; ⇆ naam; ⇆ noemen; ⇆ opnoemen; ⇆ reputatie
register	⇆ aangeven; ⇆ aantekenen; ⇆ aanwijzen; ⇆ bevolkingsregister; ⇆ blijk geven van; ⇆ boeken; ⇆ immatriculeren; ⇆ indruk maken; ⇆ inschrijven; ⇆ inslaan; ⇆ kiezerslijst; ⇆ kohier; ⇆ laten inschrijven; ⇆ legger; ⇆ lijst; ⇆ naamlijst; ⇆ orgelregister; ⇆ register; ⇆ registreren; ⇆ staan op; ⇆ tonen; ⇆ uitdrukken; ⇆ vreemdelingenboek; ⇆ zich laten inschrijven