English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word neither speak nor move
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(stir; affect) | ; | |
(relegate) | ||
(shift; stir; adjourn) | ; | |
🔗 Every window in Visual Studio 2005 can be resized and moved. | ||
(shift; stir; adjourn) | ; ; ; ; | |
🔗 Rand had not thought anything that big could move so fast. | ||
(transfer; transpose) | ; | |
(transfer; adjourn) | zich verplaatsen | translokiĝi |
transloĝigi | ||
(change one’s abode) | ||
🔗 One of the things I quickly discovered when I moved to the Netherlands is that the Dutch seem to be addicted to deep‐fried food. | ||
(removal) | verhuizing | |
(act; take action; perform) | ; ; ; ; ; ; ; | |
(act; action; deed; step) | ||
🔗 This dented his popularity, but it was a necessary move. | ||
(movement; motion; shift; stroke) | ; | |
🔗 None of them made a move toward the door. | ||
(talk round; bring round; persuade; induce; impel) | ||
; | ||
🔗 Rand was too tired, too stunned, to speak. | ||
(talk) | ; | |
🔗 Speak, and you go free. | ||
; | ||
🔗 Most of the people CNN spoke with said they went via the United Arab Emirates or India. |
English | Dutch |
---|---|
neither speak nor move | ⇆ taal noch teken geven |
move | ⇆ aandoen; ⇆ bewegen; ⇆ beweging; ⇆ dóórstromen; ⇆ ertoe aanzetten; ⇆ gaan; ⇆ iets doen; ⇆ in beweging brengen; ⇆ indienen; ⇆ maatregel; ⇆ ontroeren; ⇆ overbrengen; ⇆ rijden; ⇆ roeren; ⇆ stap; ⇆ trekken; ⇆ trekken naar; ⇆ verhuizen; ⇆ verhuizing; ⇆ verkassen; ⇆ verliggen; ⇆ verplaatsen; ⇆ verroeren; ⇆ verschuiven; ⇆ vertillen; ⇆ vervoeren; ⇆ verzetten; ⇆ voorstellen; ⇆ voortbewegen; ⇆ weggaan; ⇆ zet; ⇆ zich bewegen; ⇆ zich in beweging zetten; ⇆ zich roeren; ⇆ zich verplaatsen; ⇆ zich verroeren; ⇆ zich voortbewegen |
speak | ⇆ aanslaan; ⇆ aanspreken; ⇆ een rede houden; ⇆ in het openbaar spreken; ⇆ met elkaar spreken; ⇆ praaien; ⇆ praten; ⇆ redevoeren; ⇆ spreken; ⇆ spreken van; ⇆ sprekend zijn; ⇆ tegen elkaar spreken; ⇆ uitdrukken; ⇆ uitspreken; ⇆ zeggen; ⇆ zich laten horen |