English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word duck hen

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(duck’s; of a duck)
eende‐
;
eenden‐
anasa
(duck meat);
(cower; crouch; squat);
in elkaar duiken
; ;
op zijn hurken zitten
; ;
;
🔗 The hens seemed to be getting cleverer at hiding them.

EnglishDutch
duck hen vrouwtjeseend
duck buigen; bukken; dompelen; dompeling; duik; duikeling; duiking; eend; eendvogel; indompelen; nulscore; onderdompelen; onderduiken; ontduiken; snoes; trachten te ontwijken; wegduiken; zich bukken
hen duivin; hen; hoen; kip; pop; vrouwtjeseend; wijfjes‐