Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hoen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(frankolijn)
francolin
(korhoen);
black grouse
(auerhoen); ; ;
wood grouse
;
heather cock
;
cock of the woods
;
cock of the wood
hazel hen
henbit dead‐nettle
;
common henbit
;
greater henbit
tigampleksa lamio
(kippenhok; kippenren); ;
🔗 Ergens in het veen riep een korhoen.
(Numidiër)
guinea‐fowl
sneeuwhoen
ptarmigan
;
white grouse

DutchEnglish
hoen fowl; hen
hoenderbeet common henbit; greater henbit; henbit dead‐nettle
hoenderhok hen‐coop; fowl‐house; fowl‐run; poultry‐house; hen‐house
hoendermarkt poultry market
hoenderpark poultry farm
hoenderteelt chicken breeding; chicken‐farming
hoentje chicken; pullet
korhoen grey‐hen; grouse; moor‐fowl
leghoen laying‐hen
parelhoen guinea‐fowl
sneeuwhoen ptarmigan; white grouse; snow‐grouse
steppehoen Pallas’s grouse