English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word duck‐board
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(clutch; grip; cling to; get caught on) | alkroĉiĝi al | |
(wainscot) | lignogarni | |
(plank) | ||
(executive; administration) | ||
(directorate) | ||
(tread; walk; walk upon) | ; | |
(directorate) | ||
(board table) | estrara tablo | |
(administration; management) | ; | |
(duck’s; of a duck) | eende‐ ; eenden‐ | anasa |
(duck meat) | ; | |
(cower; crouch; squat) | ; in elkaar duiken ; ; op zijn hurken zitten | |
; ; |
English | Dutch |
---|---|
duck‐board | ⇆ loopplank |
board | ⇆ aan boord gaan; ⇆ aan boord gaan van; ⇆ aanklampen; ⇆ beplanken; ⇆ beschieten; ⇆ bestuur; ⇆ bestuurstafel; ⇆ boord; ⇆ bord; ⇆ bordje; ⇆ bordpapier; ⇆ college; ⇆ commissie; ⇆ deel; ⇆ departement; ⇆ directie; ⇆ dis; ⇆ enteren; ⇆ in de kost doen; ⇆ in de kost hebben; ⇆ in de kost nemen; ⇆ in de kost zijn; ⇆ instappen; ⇆ karton; ⇆ kost; ⇆ kostgeld; ⇆ met planken beschieten; ⇆ ministerie; ⇆ plank; ⇆ raad; ⇆ schap; ⇆ stappen in; ⇆ tafel |
duck | ⇆ buigen; ⇆ bukken; ⇆ dompelen; ⇆ dompeling; ⇆ duik; ⇆ duikeling; ⇆ duiking; ⇆ eend; ⇆ eendvogel; ⇆ indompelen; ⇆ nulscore; ⇆ onderdompelen; ⇆ onderduiken; ⇆ ontduiken; ⇆ snoes; ⇆ trachten te ontwijken; ⇆ wegduiken; ⇆ zich bukken |